De economische transitie in Brussel: hoe zit dat?
Onze samenleving staat wereldwijd voor enorme uitdagingen, zoals:
- de klimaatverandering
- de toename van de sociale ongelijkheid
- de uitputting van natuurlijke hulpbronnen
- de afhankelijkheid van grondstoffen
- de bedreigingen voor de mensenrechten
- de degradatie van land en natuur
- de daling van de biodiversiteit
- de conflicten die ontstaan door al deze veranderingen
Dit alles leidt tot een groeiend bewustzijn van de noodzaak van een systemische verandering.
De economische transitie, die in Brussel 'Shifting Economy' wordt genoemd, is een van de pijlers van het regeerakkoord voor de legislatuur 2019-2024. Ze wordt gedefinieerd als "de geleidelijke transformatie van de Brusselse economische activiteiten om bij te dragen aan lokale en wereldwijde sociale en milieu-uitdagingen, evenals het creëren en het behouden van kwaliteitsvolle jobs voor de Brusselaars".
De Shifting Economy biedt zo een referentiekader dat economische dynamiek koppelt aan sociale rechtvaardigheid en milieubescherming, en tegelijkertijd de ontplooiing van de burgers stimuleert. Met deze geïntegreerde aanpak blijft de Brusselse economie binnen grenzen die het kwetsbare evenwicht van de planeet niet langer verstoren.
Het doel is daarom de ontwikkeling van economische activiteiten op basis van koolstofarme, circulaire modellen te ondersteunen, met behoud van het natuurlijk en menselijk kapitaal. Het is een beweging waaraan alle ondernemingen, ongeacht hun omvang of sector, kunnen deelnemen. De economische transitie is vandaag niet alleen noodzakelijk, maar biedt ook een overvloed aan economische kansen die ondernemingen moeten grijpen.
De doelstellingen voor de Shifting Economy zijn ambitieus:
- koolstofneutraliteit tegen 2050
- relokalisatie van de economische activiteit
- behoud en creatie van kwaliteitsvolle jobs
- vermindering van de sociale ongelijkheid
Het Brussels Gewest heroriënteert dus de economische steun (begeleiding, financiering, huisvesting, overheidsopdrachten enz.) zodat de economische activiteit:
- opnieuw territoriaal wordt verankerd
- het milieu respecteert
- een maatschappelijk doel heeft
Ondernemingen in transitie zullen zo kunnen een verhoging van de economische steun kunnen krijgen vanaf 2024. Ondernemingen zullen worden beschouwd als 'in transitie' en dus als 'voorbeeldig' als ze doelstellingen hebben die verder gaan dan financiële doelstellingen. Concreet betekent dit dat de economie niet alleen focust op de inkomsten van de ondernemingen, maar ook op het welzijn van alle betrokkenen (werknemers, klanten, leveranciers, omwonenden enz.) en het respect voor de planeet. Economische waarde creëren blijft met andere woorden een doelstelling, maar de economie moet ook een belangrijke bijdrage leveren aan milieu- en sociale doelstellingen.
De mogelijkheden om als voorbeeldig te worden erkend, worden uitgelegd in een specifiek deel van de gids.
De 224 maatregelen die de uitvoering van dit ambitieuze plan voor een koolstofarme economie tegen 2050 mogelijk zullen maken, worden aangestuurd door vier gewestelijke instellingen.
Welke economische kansen biedt de transitie ?
Wil je de transitieoverstap maken maar weet je niet waar te beginnen? Neem dan deel aan de Shifting Economy Week van 23 tot 28 september 2024. Daar kan je genoeg inspiratie opdoen en ook de adviseurs van hub.info ontmoeten!
De economische transitie op internationaal niveau
De economische transitie is natuurlijk een wereldwijde uitdaging.
Het gaat niet alleen om het milieu of de circulaire economie. Het gaat om alle maatschappelijke uitdagingen van onze tijd. Daarom heeft de Agenda 2030 van de VN 17 wereldwijde doelstellingen (Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen of Sustainable Development Goals (SDG's)) gedefinieerd met vijf grote thema's, 169 subdoelstellingen en 231 indicatoren om de voortgang te meten. Ze wijzen de weg voorwaarts en hebben betrekking op economische, sociale en milieuaspecten.
Met de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen biedt de Agenda 2030 een antwoord op de grote maatschappelijke uitdagingen van onze tijd, zoals:
- de klimaatverandering
- de wereldwijde degradatie van land en natuur
- de niet-duurzame productie- en consumptiepatronen
- de toename van de afvalproductie
- de uitputting van natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen en het energietekort
- het verlies aan biodiversiteit
- de bedreigingen voor de fundamentele mensenrechten
- internationale migratie en overbevolking
- armoede en hongersnood
- oorlog en onveiligheid
De economische transitie op Europees niveau
De Europese Unie is een reeks verbintenissen aangegaan in het kader van de Europese Green Deal (2019). De Green Deal maakt de doelstellingen van 55% minder uitstoot tegen 2030 en klimaatneutraliteit tegen 2050 wettelijk bindend. Een van de instrumenten die de Europese Commissie voorstelt om deze doelstellingen voor de vermindering van de broeikasgassen te bereiken, is de 'groene taxonomie'. Dit is een classificatiesysteem voor economische activiteiten die als duurzaam worden beschouwd. Het speelt een belangrijke rol bij het sturen van de investeringen naar economische activiteiten die bijdragen aan het bereiken van de duurzaamheidsdoelstellingen.
Enkele concrete cijfers in het Brusselse gewest
De donuttheorie van Kate Raworth nodigt ons uit om onze samenlevingen opnieuw te bekijken tussen de sociale vloer, die bestaat uit de verschillende dimensies van de fundamentele mensenrechten, en het ecologische plafond, dat bestaat uit de verschillende grenzen van de planeet. Er werd een eerste donutportret van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest opgesteld met een reeks indicatoren die de toestand van het grondgebied op sociaal en ecologisch vlak tonen, maar ook de manier waarop het grondgebied deze aspecten buiten zijn grenzen beïnvloedt.
Dit donutportret, waarin verschillende indicatoren in het rood staan, toont ons dat er nog een lange weg te gaan is naar een situatie van evenwichtige welvaart in Brussel.
Dit zijn enkele cijfers om je een idee te geven van de sociale en milieu-uitdagingen waarmee het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt geconfronteerd:
- 54% van de beroepsbevolking heeft een job
- 31,4% van de bevolking loopt een armoederisico
- 17,7% van de gezinnen heeft een woning van slechte kwaliteit
- 32.000 mensen zijn afhankelijk van voedselhulp
- 42% van de vrouwen en 51% van de mannen heeft overgewicht
- De rijkste 10% verdient negen keer het inkomen van de armste 10%
- 43% van de verplaatsingen gebeurt met de auto
- In de zomer is de luchttemperatuur gemiddeld 3 graden hoger in het centrum van het BHG dan in de landelijke omgeving
- De lokale productie van hernieuwbare energie vertegenwoordigt 1,4% van de verbruikte energie
- Het BHG produceert 1,5 tot 2 miljoen ton afval per jaar, waarvan 35% is bestemd voor recyclage en hergebruik
- De in het BHG verbruikte producten leiden tot een vier keer te hoge inname van landoppervlakte
- Tijdens het verbruik stoot het BHG zeven keer zijn koolstofbudget uit, wat bijdraagt aan de klimaatverandering en de verzuring van de oceanen
Grote, middelgrote, kleine en zeer kleine ondernemingen en zelfstandigen spelen allemaal een essentiële rol bij het aangaan van sociale en milieu-uitdagingen. Hoewel het vaak de grote ondernemingen zijn die de meeste aandacht krijgen in het klimaatdebat, zijn het de kleine en middelgrote ondernemingen die 96,8% van de ondernemingen in België uitmaken. De kmo's vormen het snelst groeiende deel van de economie en zijn grotendeels verantwoordelijk voor de innovatie. Het zijn vaak de kmo's die het voortouw nemen op het gebied van duurzaamheid omdat ze dankzij hun kleine omvang wendbaarder zijn en zich snel kunnen aanpassen aan duurzame praktijken. Kmo's en zelfstandigen bevinden zich in een ideale positie om duurzamere producten, diensten of technologieën te verkennen en deze mogelijkheden te ontwikkelen.
Het aantal ondernemingen dat doelstellingen voor de vermindering van de broeikasgassen vaststelt, is sinds 2014 elk jaar bijna verdubbeld en deze evolutie zou zich moeten voortzetten.
Wie kan me helpen ?
Nieuwsberichten