Tools
Fiscaal statuut van de buitenlandse kaderleden
Laatst gewijzigd:
22 juli 2016Doel:
Soort tegemoetkoming:
Bestuursniveau:
Het bijzonder aanslagstelsel voor buitenlandse kaderleden is van toepassing voor bepaalde kaderleden die naar België gedetacheerd worden of rechtstreeks in het buitenland zijn aangeworven om tijdelijk in België te werken.
Het bijzonder aanslagstelsel voor buitenlandse kaderleden is van toepassing voor bepaalde kaderleden die naar België gedetacheerd worden of rechtstreeks in het buitenland zijn aangeworven om tijdelijk in België te werken. Om het speciaal statuut te bekomen moeten zowel het kaderlid als de werkgever aan een aantal voorwaarden voldoen.
Werkgevers van buitenlandse kaderleden aan wie het speciaal statuut werd toegekend, kunnen genieten van een belangrijke kostenbesparing als gevolg van de toekenning van dit statuut.
Voorwaarden met betrekking tot het buitenlands kaderlid
- Het kaderlid moet de buitenlandse nationaliteit bezitten
Het aanslagstelsel geldt niet voor personen die de Belgische nationaliteit hebben, ook niet als zij een dubbele nationaliteit zouden hebben. - De betrokkene moet een kaderlid zijn.
Dit betekent dat de uitgeoefende functie een bijzondere kennis en verantwoordelijkheid vereist.Komen nochtans ook in aanmerking:
- Het gespecialiseerd personeel. Dit zijn de personen die, zonder kaderlid te zijn, een zodanige specialisatie hebben dat hun aanwerving in België uiterst moeilijk, zoniet onmogelijk is.
- Ook vorsers die hun activiteit uitoefenen in Belgische of buitenlandse wetenschappelijke onderzoekscentra en –laboratoria kunnen een aanvraag indienen om het bijzonder aanslagstelsel te bekomen.
- De tewerkstelling in België dient van tijdelijke aard te zijn.
De tijdelijke aard van de tewerkstelling moet noodzakelijk worden gesteund op een geheel van precieze en met elkaar overeenstemmende gegevens, welke zowel hun oorsprong kunnen vinden in de persoonlijke toestand van het kaderlid, als in de aard zelf van de uitgeoefende functie.Tot de eerste categorie van factoren behoren:
- het verblijf van de echtgeno(o)t(e) of de kinderen in het buitenland;
- het ter beschikking houden van een woning in het buitenland;
- het feit dat de kinderen in het buitenland onderwijs blijven volgen;
- het bezit in het buitenland van onroerende of roerende goederen;
- het bestaan van een levensverzekeringscontract in het buitenland;
- de voortzetting van de deelneming aan een groepsverzekeringscontract of aan een ander pensioen- of spaarplan in het buitenland;
- de opneming in de door het kaderlid afgesloten huurovereenkomst van een “diplomatieke clausule”.
Onder de factoren die verband houden met de aard zelf van de uitgeoefende functie kunnen worden gerangschikt:
- de verdere onderwerping aan een sociale wetgeving in het buitenland;
- het bestaan van een arbeidsovereenkomst van beperkte duur;
- de tijdelijke tewerkstelling in België met het oog op de oprichting of herstructurering van een onderneming.
Nochtans mogen ook andere elementen in aanmerking worden genomen.
Het is niet zeker of de aanvraag door personen die persoonlijke banden hebben met België zal worden aanvaard.
Bedoeld worden de personen :
- die in België gestudeerd hebben;
- wiens echtgeno(o)t(e) van Belgische nationaliteit is;
- die onroerende goederen hebben in België;
- die in het verleden langdurig in België verbleven hebben.
In principe zal een wijziging van werkgever (buiten de groep) niet automatisch leiden tot het verlies van het bijzonder belastingregime.
Voorwaarden met betrekking tot de werkgever
De werkgever moet deel uitmaken van een internationale groep van ondernemingen.
Bedoeld worden:
- ondernemingen onder buitenlandse controle. Deze controle kan uit verschillende elementen bestaan, waarbij aandeelhouderschap het belangrijkste, doch niet het enige element is;
- ondernemingen met een internationaal karakter. Belgische groepen met een internationaal karakter komen ook in aanmerking.
Zoals hiervoor vermeld komen ook buitenlandse vorsers in aanmerking voor het bijzonder aanslagstelsel. Deze kunnen tewerkgesteld zijn door Belgische of buitenlandse onderzoekscentra of –laboratoria.
Het bijzonder aanslagstelsel voor buitenlandse kaderleden heeft belangrijke voordelen :
Een aantal vergoedingen betaald door de werkgever vormen geen belastbare bezoldiging in hoofde van het buitenlands kaderlid, maar worden beschouwd als “kosten eigen aan de werkgever”.
Zij vertegenwoordigen de “meeruitgaven” als gevolg van het verblijf in België.
Bedoeld worden:
- Eenmalige uitgaven en lasten:
- de uitgaven en lasten die voortvloeien uit de verhuizing naar België;
- de inrichtingskosten van de woning in België;
- de uitgaven en lasten veroorzaakt door de verhuizing van België naar het buitenland.
- Regelmatig weerkerende uitgaven en lasten:
- de onderwijskosten voor de kinderen die lager of middelbaar onderwijs volgen;
- de kosten voor een jaarlijkse reis door het kaderlid en zijn gezinsleden naar het land van herkomst;
- het geleden verlies wanneer de woning in het land van herkomst niet of slechts onder de normale huurwaarde kan worden verhuurd;
- de reiskosten wegens bijzondere omstandigheden (overlijden of zware ziekte van naaste familieleden van het kaderlid of van zijn echtgenote);
- de koersverschillen;
- de “tax-equalisation” of het verschil in belastingdruk;
- de reiskosten voor kinderen die in het buitenland studeren, voor maximum twee reizen per jaar om hun ouders te bezoeken.
Ook andere uitgaven komen in aanmerking voor de terugbetaling als “kost eigen aan de werkgever”.
Het verschil tussen éénmalige kosten en lasten en regelmatig weerkerende kosten en lasten is erg belangrijk omdat deze laatste, met uitzondering van de onderwijskosten, geplafonneerd zijn tot 11.250,00 €. In bepaalde gevallen wordt dit bedrag verhoogd tot 29.750,00 €.
Het buitenlands kaderlid behoudt de hoedanigheid van niet-inwoner.
Dit betekent dat het buitenlands kaderlid slechts belastbaar is op de inkomsten met betrekking tot zijn Belgische prestaties. De bezoldiging met betrekking tot de in het buitenland uitgeoefende beroepswerkzaamheid is niet belastbaar in België.
De uitsplitsing van de bezoldiging in een belastbaar en een niet belastbaar gedeelte gebeurt na aftrek van de hiervoor vermelde vergoedingen die als een terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever kunnen worden beschouwd.
Als werkdagen worden in aanmerking genomen, de andere dagen dan de zaterdagen, de zondagen, de feestdagen, de jaarlijkse vakantiedagen, alsmede de ziekte- en hersteldagen die door een medisch attest worden gerechtvaardigd.
Ingeval van professionele reizen naar het buitenland, wordt de dag van vertrek uit België wel, maar die van terugkeer niet als een in België gepresteerde werkdag in aanmerking genomen. Het verblijf van één dag in het buitenland komt wel in aanmerking als in het buitenland gepresteerde werkdag.
Om de werkdagen in het buitenland te bewijzen moet het kaderlid een dubbel bewijs leveren:
- de echtheid van de dagen die in het buitenland zijn doorgebracht;
- het beroepskarakter van die dagen.
Het dubbele bewijs moet worden geleverd door middel van ernstige en eensluidende elementen en documenten zoals:
- transportdocumenten;
- kostennota’s betreffende het verblijf (hotel, autoverhuur,…);
- betalingsoverzichten van kredietkaarten met vermelding van aankopen in het buitenland;
- verslagen waaruit de deelneming aan vergaderingen blijkt;
- documenten die aantonen dat het kaderlid een onderneming in het buitenland heeft bezocht (uittreksel uit een aanwezigheidsregister, enz.);
- getuigschriften van derden.
De toepassing van het bijzonder aanslagstelsel is onderworpen aan een éénmalige aanvraag die door de werkgever van het kaderlid wordt ingediend. Deze aanvraag wordt gericht aan de Directeur Buitenland.
De aanvraag moet worden ingediend binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de tewerkstelling of de detachering in België.
Indien de aanvraag tot erkenning laattijdig wordt ingediend, is onder bepaalde voorwaarden de erkenning nog wel mogelijk, en dit vanaf:
- Het jaar volgend op het jaar waarin de laattijdige aanvraag is ingediend, indien de laattijdige aanvraag niet te wijten is aan bijzondere en uitzonderlijke omstandigheden;
- Vanaf de indiensttreding of detachering, indien de laattijdige aanvraag wel te wijten is aan dergelijke omstandigheden.
De aanvraag moet vergezeld zijn van een uitgebreid dossier dat het mogelijk moet maken:
- de hoedanigheid van niet-rijksinwoner van het kaderlid na te gaan;
- te onderzoeken of alle andere voorwaarden zijn vervuld om het genot van het bijzonder aanslagstelsel te hebben;
- de juiste aard te bepalen van de vergoedingen die door de werkgever worden voorgesteld en de terugbetaling vertegenwoordigen van uitgaven die hem eigen zijn;
- toezicht uit te oefenen op de werkelijkheid en het bedrag van de terugbetalingen, meer in het bijzonder inzake de kosten voor onderwijs van de kinderen en de tax-equalisation. Deze twee moeten op precieze en gedetailleerde wijze worden gerechtvaardigd.