Converteerbare obligaties: definitie
Converteerbare obligaties zijn een ingeburgerde vorm van externe financiering voor start-ups. Het gaat om een type financiering op korte termijn die gewoonlijk wordt gebruikt om de kloof tussen vroege en latere zoektochten naar risicokapitaal te overbruggen. Dat type financiering stelt ondernemingen in staat een financiering rond te krijgen terwijl discussies over de valorisering van bedrijfsaandelen worden uitgesteld.
Zo kunnen start-ups dus snel en gemakkelijk geld ophalen zonder aanslepende onderhandelingen te hoeven voeren. Voor investeerders is het eigenlijk een eerste gewaagde stap.
Hoe en waarom financieren via een converteerbare schuld?
Converteerbare obligaties zitten vrij eenvoudig in elkaar. De start-up geeft de obligatie uit in ruil voor het geld van de investeerders. De obligatie omvat een rentevoet, een vervaldatum en voorwaarden voor conversie (waaronder een korting op de toekomstige valorisatie van de onderneming). De rentevoet is meestal laag, aangezien de investeerders een groot risico nemen door in een start-up te investeren. De vervaldatum stemt overeen met de datum waarop de obligatie vervalt: waarop ze in aandelen kan worden omgezet of integraal kan worden terugbetaald. De voorwaarden voor conversie duiden op het percentage van het kapitaal waarop de investeerder recht heeft wanneer die beslist de obligatie op een latere datum om te ruilen.
De voordelen en risico's voor de verschillende partijen
Converteerbare obligaties kunnen een aantrekkelijke optie zijn voor investeerders die op zoek zijn naar investeringen met een hoog risico en een hoog rendement. Voor start-ups zijn ze een snelle en makkelijke manier om fondsen te werven zonder voorafgaande valorisatie. Aan converteerbare obligaties zijn evenwel een aantal nadelen verbonden, waarmee rekening dient te worden gehouden alvorens voor dat type financiering te opteren.
In de eerste plaats kunnen converteerbare obligaties voor start-ups vrij duur uitvallen, aangezien die intresten op het ontleende kapitaal moeten betalen, en die intresten vaak hoger oplopen dan in het kader van een klassieke lening. Daarnaast passen dergelijke obligaties in een financiering op korte termijn, waardoor start-ups vóór de vervaldatum behoefte kunnen hebben aan herfinancieringen of bijkomende fondsen. In dat geval moeten ze dus opnieuw geld gaan zoeken. Tot slot zijn de aan converteerbare obligaties verbonden voorwaarden vaak vaag en open. Zowel investeerders als start-ups zijn dus kwetsbaar als er onenigheid ontstaat of wanneer er zich onvoorziene omstandigheden voordoen.
In grote lijnen kunnen converteerbare obligaties voor start-ups een prima manier zijn om geld op te halen zonder complexe onderhandelingen en discussies met investeerders. Het is niettemin van belang de aan dat type financiering verbonden risico's en nadelen te begrijpen alvorens de stap te zetten. Zoals in het geval van elke investering waartoe iemand besluit, is grondig opzoekwerk noodzakelijk om alle opties nauwgezet tegen elkaar te kunnen afwegen. Pas daarna kan worden uitgemaakt of converteerbare obligaties al dan niet de beste optie zijn.
Een cijfervoorbeeld uit de praktijk
Via de uitgifte van een converteerbare obligatie ontvangen Paul en Eric van hun eerste investeerder, Jeanne, 500.000 euro. De rentevoet bedraagt 5% en er is een korting (discount) van 20% voorzien. Dankzij dat bedrag kunnen ze hun bedrijf uitbouwen. Een jaar later overwegen ze een internationale uitbreiding. In dat stadium hebben Paul en Eric hun bedrijf nog steeds voor 100% in handen.
Ze slagen erin een nieuwe investeerder aan te trekken, Marc, om hun verdere groei te financieren. Hij is bereid 1.000.000 euro aan kapitaal te investeren in het kader van een financieringsronde die het bedrijf op 5.000.000 euro valoriseert. Na de investering van Marc is het bedrijf dus 6.000.000 euro waard, waarvan Marc 17% in handen heeft (1 miljoen euro/6 miljoen euro).
Wanneer de nieuwe financiering wordt afgesloten, wordt de converteerbare obligatie van Jeanne geactiveerd (in kapitaal omgezet). Ter compensatie van het feit dat ze van bij het begin in het bedrijf geloofde, krijgt Jeanne een korting van 20% (doorgaans tussen 10% en 25%). De valorisatie van het bedrijf voor Jeanne bedraagt dus 4.000.000 euro (5.000.000 euro - 20%). Dankzij de omzetting van haar obligatie van 500.000 euro, heeft Jeanne voortaan 11% van de onderneming in handen (500.000 euro/4,5 miljoen euro).
Jeanne ontving trouwens 25.000 euro aan intresten (rentevoet van 5% op een bedrag van 500.000 euro).
Paul en Eric zijn nog steeds eigenaar van 72% van de bedrijfsaandelen.
Wie kan me helpen ?
Nieuwsberichten