Wanneer je een zakelijke lening wilt aangaan voor een bepaald project, kan de bank om kredietgaranties vragen. Dit kan verschillende vormen aannemen.
Traditioneel wordt een onderscheid gemaakt tussen:
- Reële waarborgen met betrekking tot goederen met intrinsieke waarde
- Persoonlijke waarborgen die het recht inhouden om een schuldvordering op een of meer personen te verhalen
- Rechtswaarborgen die de kredietgever geen echte juridische waarborgen bieden
- Voorrechten die wettelijk werden vastgelegd en niet voortvloeien uit een overeenkomst tussen partijen
1. Reële waarborgen
Een reële waarborg is een bevoorrechte vordering op (roerende of onroerende) goederen die eigendom zijn van de kredietnemer of een derde, die de kredietgever als eerste de kans biedt om het goed te verkopen.
De bekendste reële waarborgen zijn o.a.:
1.1. Onroerend :
-
De hypotheek
De hypotheek is een reëel recht van de kredietgever op een in pand gegeven onroerend goed. Indien de kredietnemer in gebreke blijft, kan de bank vragen het onroerend goed te verkopen om zo (een deel van) het resterende kredietsaldo terug te betalen. In het kader van een beroepskrediet kan het in pand gegeven onroerend goed het goed zijn dat met de te dekken lening werd gefinancierd óf een ander pand dat aan een derde toebehoort, bijvoorbeeld aan de ondernemer zelf. -
De hypotheek voor alle sommen
Iemand verbindt zich ertoe om het gebouw dat hij bezit in onderpand te geven voor de terugbetaling van een lening. Onder bepaalde voorwaarden kan de kredietinstelling dat gebouw dus te koop stellen indien de kredietnemer de lening niet verder afbetaalt. Zo worden de ontleende en niet-terugbetaalde middelen via de verkoopprijs gerecupereerd volgens een procedure van onroerend beslag. De hypotheek voor alle sommen wordt niet alleen toegekend als waarborg voor het krediet waarvoor het gebouw als waarborg fungeert, maar ook voor alle verbintenissen die de betrokkene ten opzichte van dezelfde kredietinstelling zou kunnen aangaan (persoonlijke leningen, autofinanciering, rekeningoverschrijding, ...). Vandaar de naam 'voor alle sommen'.Bij niet-terugbetaling van die andere kredieten die bij een kredietinstelling werden afgesloten, kan die ook aansturen op de verkoop van het gebouw dat je bij de ondertekening van je hypothecaire lening in hypotheek gaf.
De wet legt echter een voorwaarde op: gewaarborgde vorderingen moeten bepaald of bepaalbaar zijn op het moment van de ondertekening van de hypotheekakte. In die akte moet worden vermeld dat de op dat moment verleende hypotheek ook andere vorderingen kan dekken. Die kunnen later worden bepaald op basis van criteria die op dat moment golden.
-
Het hypotheekmandaat (aanvankelijk een semi-reële waarborg)
Met een hypotheekmandaat geeft de kredietnemer de kredietgever het recht een hypothecaire inschrijving te nemen zodra die dat nodig acht. Het verschil met een hypotheek is dat de koper toestemming verleent om een hypotheek af te sluiten, maar dat de kredietgever dat nog niet doet en misschien ook nooit zal doen. Een hypotheekmandaat moet sowieso in een authentieke akte worden gegoten. Het voordeel van een hypotheekmandaat schuilt in de lagere kosten in vergelijking met de kredietakte. -
De hypotheekbelofte (aanvankelijk een rechtswaarborg)
Een veel minder gebruikelijke optie voor banken: de hypotheekbelofte. De meeste kredietinstellingen vermijden die oplossing omdat die hen minder zekerheid geeft. In feite gaat het om een gewone verbintenis: een private onderhandse overeenkomst met de klant, die belooft een hypotheek op zijn pand te nemen wanneer de bank daarom verzoekt. In dit geval is geen tussenkomst van een notaris, noch een hypotheekkantoor nodig.
👉 TIPS:
- Het kan interessant zijn om een bank een gedeeltelijke hypotheek op een onroerend goed voor te stellen en het saldo van de waarborg via een mandaat op te nemen. Daardoor dalen de notariskosten en krijgt de bank toch haar garanties. Opmerking: dat voordeel vervalt bij uitvoering van het mandaat.
- Het is mogelijk om bij een andere bank een 2de rang voor de hypotheekwaarborg aan te vragen wanneer het eersterangskrediet gedeeltelijk werd terugbetaald.
- Een hypotheekwaarborg heeft een looptijd van 30 jaar. Wanneer het krediet ten einde loopt, is het dan ook interessant om de opheffing van de hypotheekwaarborg te vragen óf die te laten doorlopen om er andere kredieten mee te dekken.
1.2 Roerend :
- Pand op handelszaak
- Pand op effecten of waardepapieren
- Bankwaarborg (betaalwaarborg, uitvoeringswaarborg, wet Breyne, aanbestedingswaarborg, voorschotwaarborg, huurwaarborg, voor overheden)
- Verzekering, waaronder de kredietverzekering
- Pand op verzekeringscontracten
- Garantie moedermaatschappij
- Pand op pensioenfonds
- Betaalwaarborg voor de verkoper (via documentair krediet)
- Leveringswaarborg voor de koper (via documentair krediet)
- Waarborg toegekend door het Brussels Waarborgfonds*
*De door het Brussels Waarborgfonds toegekende waarborgen zijn eveneens reële waarborgen die bij de toekenning van een financiering doorslaggevend kunnen zijn. Het Brussels Waarborgfonds heeft namelijk als opdracht het verstrekken van beroepskredieten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te vereenvoudigen door aan de kredietinstellingen, mits betaling van een eenmalige forfaitaire bijdrage, een substantieel deel toe te kennen van de waarborgen die zij van Brusselse ondernemingen eisen.
2. Persoonlijke waarborgen
De best gekende persoonlijke waarborg is de borgstelling. Borgstelling is een contract waarbij de borgsteller zich tegenover een schuldeiser verbindt om de contractuele verplichtingen van een hoofdschuldenaar na te komen indien die in gebreke blijft. Door een borgstelling te eisen breidt de financiële instelling de waarborg uit tot een vermogen buiten de onderneming.
Een door de bank geëiste borgstelling is vaak hoofdelijk en ondeelbaar. Hoofdelijkheid impliceert dat - wanneer de kredietnemer de verschuldigde bedragen niet terugbetaalt - de kredietgever de totale uitstaande schuld op de borgsteller kan verhalen, alsof die de hoofdschuldenaar was.
Ondeelbaarheid impliceert dat - indien verschillende mensen zich borg stelden - de schuldeiser zich het recht voorbehoudt om het volledige bedrag op om het even welke borgsteller te verhalen. Wees dus heel voorzichtig vóór je je borg stelt en beperk, indien mogelijk, het bedrag en de duur.
👉 TIPS:
Het wordt ook sterk afgeraden om professionele verbintenissen te dekken met reële privéwaarborgen, al is een alternatief niet altijd mogelijk. Er bestaat enkel een verbod op de inbeslagname van de hoofdverblijfplaats van een zelfstandige (natuurlijke persoon). Toch is je hoofdverblijfplaats niet automatisch beschermd. Daarvoor moet je een verklaring van niet-vatbaarheid voor beslag afleggen bij de notaris. Daar is trouwens haast bij. Die verklaring biedt enkel bescherming tegen beroepsschulden die na inschrijving van de verklaring zijn ontstaan. Een bescherming a posteriori is dus niet mogelijk.
3. Rechtswaarborgen
Rechtswaarborgen maken van de bank geen bevoorrecht schuldeiser. Ze zijn in essentie gestoeld op het vertrouwen in de kredietnemer en in het feit dat die zijn verbintenissen zal nakomen. Wordt de kredietovereenkomst opgezegd, dan staat de (misschien zelfs minder goed geplaatste) kredietgever op gelijke voet met andere schuldeisers.
Een van de best gekende rechtswaarborgen is het hypotheekmandaat. Het mandaat is een overeenkomst waarbij de eigenaar van een pand een onherroepelijk mandaat geeft aan de kredietgever om op het gebouw een hypotheek te nemen. De eventuele omzetting van het mandaat in een hypotheek kan door de begunstigde van de waarborg zonder voorafgaande kennisgeving gebeuren op kosten van diegene die hem het mandaat gaf. De aan een mandaat verbonden kosten liggen veel lager dan de hypotheekkosten. Voor de kredietgever is een mandaat geen reële waarborg, omdat de kredietnemer op hetzelfde pand een hypotheek in eerste rang kan afsluiten, ten gunste van een andere kredietgever. De kredietgever zou naast het mandaat een traceerbare hypotheek voor een klein bedrag kunnen afsluiten voor het resterende deel. In dat geval wordt hij door de notaris verwittigd indien er een nieuwe waarborg op het pand wordt genomen.
De hypotheekbelofte wordt aanvankelijk eveneens als een rechtswaarborg beschouwd, maar zou - net als het mandaat - in een reële waarborg kunnen worden omgezet
4. Voorrechten
Een voorrecht is een wettelijk toegekend recht omwille van de specifieke aard van een schuldvordering. Ze geeft de schuldeiser de kans om bij de 'samenloop van voorrechten' als eerste te worden betaald met de opbrengst uit (een deel van) het vermogen van de onderneming/schuldenaar.
De toekenning van voorrechten gebeurt door de wetgever, die de plaats (de rang) van een specifiek voorrecht tussen andere voorrechten bepaalt.
Meestal wordt een onderscheid gemaakt tussen algemene en bijzondere voorrechten. Bijzondere voorrechten wegen zwaarder door dan algemene voorrechten. Algemene voorrechten hebben betrekking op het hele vermogen of op een abstract deel daarvan en stipuleren dat een bepaalde schuld vóór een andere moet worden betaald. In het geval van bijzondere voorrechten dient een bepaald pand om een bepaalde schuld te waarborgen. Een bevoorrechte schuld wordt als eerste betaald met de opbrengsten van het pand.
Bij de financiering van uitrustingsgoederen eist de bank vaak dat zij in de plaats kan treden van (gesubrogeerd wordt in) de rechten van de onbetaalde verkoper.
Wie kan me helpen ?
Nieuwsberichten