De muziekbeleving voor hun kinderen radicaal veranderen, dat was de bedoeling van Théodore Marescaux, Will Moffat en Pieter Palmers, de drie papa's die samen MuuseLabs oprichten. Daarvoor verlieten ze zelfs hun goedbetaalde jobs bij Google, Huawei en Barco. Samen ontwikkelden ze de eerste slimme jukebox voor kinderen vanaf 3 jaar.
Voor de drie vennoten draait alles rond Jooki, een kleurige mediaspeler met ronde vormen, al dan niet geconnecteerd, personaliseerbaar volgens de voorkeuren van de jonge gebruikers en de criteria van de ouders, die bij aanvang van het nieuwe schooljaar een ommekeer teweeg moet brengen in de muzikale beleving van zowel kinderen als volwassenen.
Was het vanzelfsprekend voor jou om een eigen onderneming op te richten?
Théodore Marescaux: Absoluut. Ik houd ervan om dingen te maken en heb altijd al mijn eigen bedrijf willen oprichten. Ik meende dat een opleiding als ingenieur absoluut noodzakelijk was, maar na mijn eerste werkervaring in micro-elektronisch onderzoek begreep ik al snel dat dat niet volstond. Na een sabbatjaar en een MBA ben ik in de industriële sector gaan werken. Dat was bij Barco, waar ik zeven jaar nieuwe producten voor vakmensen uit de filmwereld bedacht en gelanceerd heb, een domein dat totaal verschillend is van ons huidige werkgebied. Nadat ik het idee voor Jooki kreeg, heeft het nog even geduurd totdat MuuseLabs opgericht werd op 6 februari 2015.
Hoe is het creatieproces van Jooki - je eerste geesteskind - verlopen?
Th. M.: Mijn dochters hebben me doen inzien dat kinderen vandaag alleen toegang hebben tot hun favoriete muziek via het scherm van een smartphone of tablet. Ze zijn erdoor gefascineerd, maar het is niet bevorderlijk voor hun sociale en familiale relaties, en het zet aan tot een weinig actief leven. Ik heb een voorganger van Jooki in elkaar geknutseld voor hen, om hen de mogelijkheid te bieden naar de muziek van hun voorkeur te luisteren zonder dat ze via een scherm moesten gaan. Ze vonden het geweldig, maar het was totaal niet geschikt voor commercialisatie. Dan heb ik maandenlang marktonderzoek gedaan voordat mijn project concreet vorm kreeg samen met mijn twee vennoten, Will Moffat en Pieter Palmers. Ze zijn allebei steengoed in technologie, en zijn ook vaders van jonge kinderen. Je kunt dus stellen dat de keuze voor een product bestemd voor kinderen uit ons hart komt, ook al is het niet noodzakelijkerwijze de meest gemakkelijke keuze op commercieel vlak. Maar dat wisten we.
We droomden er ook van om onze creaties te zien in de winkelrekken of bij mensen thuis. Creativiteit en technologische innovatie zijn onze sterke punten.
Hoe is jouw parcours als nieuwe ondernemer verlopen?
Th. M.: Het is niet eenvoudig geweest, vooral voor wat betreft financiering. We brachten een fysiek product bestemd voor een groot publiek, en we dachten internationaal: het tegengestelde van wat Belgische investeerders gewoon waren om te financieren, namelijk bedrijven die software maken voor doorgaans lokale ondernemingen. We hebben het geluk gehad om een Europees project te vinden waarmee we de start van onze onderneming konden financieren. We hebben ons ook snel aangesloten bij de Belgische incubator Start It @KBC, die ons veel geholpen heeft voor wat betreft de infrastructuur en lokale networking. Voor de rest hebben we veel zelf moeten doen.
In de zomer van 2016 hebben we zelfs een crowdfundingcampagne opgezet via het internationale - maar oorspronkelijk Amerikaanse - platform Kickstarter. Vanuit juridisch of zelfs filosofisch oogpunt hadden we niet de bedoeling om een voorverkoop te organiseren voor ons product. De deelnemers schenken geld om een project tot een goed einde te brengen en krijgen een beloning als tegenprestatie. Als het zoals bij ons over een fysiek product gaat, dan is die tegenprestatie vaak het product. Het was niet de ideale periode voor een dergelijke onderneming, we waren ons daarvan bewust, maar we hadden geen keuze. Ondanks de vakantie, de Brexit, de Olympische Spelen en het Europees voetbalkampioenschap van die zomer, was het resultaat eerder goed. Ons doel van € 50.000 werd met enkele procenten overschreden, en dankzij deze campagne is het project concreet en haalbaar geworden in de ogen van personen buiten ons bedrijf.
St’Art Invest - een investeringsfonds voor creatieve ondernemingen dat actief is in Brussel en Wallonië, en de Creative Business Cup vertegenwoordigt in België - heeft ons geselecteerd om België te vertegenwoordigen voor de editie van 2016 van deze wedstrijd. We hebben er de prijs ‘ACE Creative Challenge’ gewonnen. Dat heeft ons geholpen om een financiering te krijgen van St’Art en van Brustart, een filiaal van finance.brussels/GIMB. Deze twee publieke actoren hebben ons de mogelijkheid gegeven om aan de productie te beginnen.
Het product bevindt zich momenteel in een vergevorderde testfase en zal klaar zijn om op de markt gebracht te worden in de herfst van 2017. We voorzien twee kanalen: online via onze website en in de detailhandel. Via onze website beginnen we met Europa en in 2018 volgen de Verenigde Staten. In de detailhandel zullen we werken via distributeurs, en vervolgens met speciaalzaken van elektronica voor het groot publiek in Frankrijk, de Benelux en andere regio's. We voeren momenteel onderhandelingen met grote speciaalzaken in Frankrijk en België.
Dankzij de technische competenties van ons team met Pieter en Will, die vroeger voor Huawei en Google gewerkt hebben, konden we lid worden van de Hardware Club, een heel kwaliteitsvol en specifiek internationaal netwerk van 250 tot 300 start-ups die net zoals wij gespecialiseerd zijn in hardware en fysieke producten, en zorgvuldig geselecteerd werden door investeerders in Parijs, San Francisco en Taipei. Via die structuur hebben we toegang tot fabrieken, distributeurs en geselecteerde winkels, en zijn we lid van een community die ons de mogelijkheid biedt om de vergelijking aan te gaan met ondernemingen van dezelfde sector en in de dezelfde of reeds verder gevorderde ontwikkelingsfase als onszelf.
Welke steun was het meest doorslaggevend?
Th. M.: Elke vorm van steun was noodzakelijk en doorslaggevend in de verschillende fasen van onze ontwikkeling. Achteraf bekeken, besef ik dat we waarschijnlijk niet hadden kunnen starten zonder de Europese steun. De investeringen van St’Art en Brustart hebben ons ook de mogelijkheid geboden om bepaalde fasen in te zetten. Voor de productie heb je fondsen nodig. Je moet niet alleen de ontwikkeling financieren en lonen uitbetalen zoals bij een klassiekere start-up voor software, maar ook prototypes ontwikkelen en investeren in productiemiddelen. En natuurlijk moet je ook de productie zelf financieren.
Wat is de balans na deze eerste achttien maanden?
Th. M.: We hebben het gedaan. We doen het, en we blijven het doen!
Als ik kon herbeginnen, zou ik het opnieuw doen. Maar ik zou sneller gaan met wat ik nu weet. Als ondernemer moet je een goed evenwicht vinden tussen je visie en de status quo van een markt. Er zijn maar weinig starters die kunnen zeggen dat ze een ommekeer teweeg hebben gebracht in een sector, maar om te concurreren met gevestigde ondernemingen, moet je meer doen en het moet beter zijn.
Door mijn eigen vroegere werkervaring konden we de klassieke moeilijkheden aan voor de ontwikkeling en de lancering van het product, ook al betrof het hier een product voor het grote publiek. Ik was echter te optimistisch voor de complexiteit van de financiering. Alles verliep veel langzamer dan we ons hadden voorgesteld. Gelukkig zijn er publieke instellingen om dit soort projecten op weg te helpen.
Apple is nu een van de grootste ondernemingen ter wereld voor wat betreft kapitalisatie. In tegenstelling tot Google maakt Apple tastbare producten. De vergelijking is totaal niet in verhouding, maar als we bedrijven zoals Apple willen in Brussel, moet men het aandurven om dit soort ondernemingen en hun specifieke behoeften te steunen. We bevinden ons nog maar in de startfase. Als een van de eerste ondernemingen die lokaal elektronica voor consumptiegoederen ontwikkelt, konden we geen kant-en-klaar, uitgestippeld pad volgen. Ik hoop dat dit anderen zal helpen die na ons komen.
Welke boodschap heb je voor ondernemers in spe?
Th. M.: Ik zou hen zeggen om alles snel concreet, zichtbaar, tastbaar te maken. Je moet tijd uittrekken om een overtuigend prototype te maken en dat zo publiek mogelijk te maken. Het komt er eigenlijk op neer om te doen alsof het product effectief al bestaat. Het is slechts onder deze voorwaarde dat mensen je ernstig zullen nemen. Je moet vooral niet in je hoekje blijven zitten. Ga voor nieuwere netwerken. In onze sector vormen incubators voor starters een goed begin (MuuseLabs is sinds kort gevestigd in de coworkingruimte Transforma.bxl in Evere)
rechten foto: © Christophe Licoppe