Voor sommige mensen, zoals Victor Poncelet en zijn vennoten, betekenden de uitbraak van de COVID-19-pandemie en de daaruit voortvloeiende lockdownperioden een moment van rust en bezinning, die de lancering van nieuwe projecten, in dit geval Wastech, bevorderde.
Waarmee houdt deze jonge start-up zich eigenlijk bezig?
'Het project wil een kringloopketen creëren binnen de slachthuizen van Anderlecht door het onverkochte voedsel dat ter plaatse wordt gegenereerd te herwaarderen', leggen de initiatiefnemers van het project uit. 'Elke week wordt immers meer dan 7 ton organisch afval achtergelaten door de groente- en fruitmarkt van de slachthuizen. Dankzij onze insectenkweek wordt deze enorme hoeveelheid onverkochte producten omgevormd tot larven die perfect geschikt zijn voor dierenvoeding.
Gedroogde larven van de zwarte soldatenvlieg bevatten gemiddeld 40-45% eiwit en 30-35% vooral onverzadigd vetten.' Wastech is dus een bedrijf dat actief is in de biotechnologische sector 'waarmee we proberen om een strategie van stedelijke veerkracht te implementeren en een stedelijk probleem op te lossen door het snel en op lokaal vlak waarde te geven', leggen de jonge ondernemers uit.
Milieuoverwegingen
Dit vraagt uiteraard om enkele toelichtingen. Ten eerste over de oorsprong van de aanpak. Victor Poncelet, de jonge handelsingenieur en initiatiefnemer van het project, vertrouwt ons tijdens het gesprek het volgende toe: 'Nadat ik mijn master in milieutechnologie en duurzame ontwikkeling had voltooid, solliciteerde ik bij bedrijven die actief zijn in de milieusector, maar zonder succes. Deze kleine, betekenisvolle structuren werken met zeer kleine teams en geven de voorkeur aan ervaring. Mijn ondernemingszin komt voort uit de frustratie dat ik geen leuke job vond.'
Intelligente bestrijding van verspilling
Hij deelt vervolgens zijn bezorgdheid over het milieu en zijn ondernemingszin mee aan Victor Preat, wiens bio-ingenieurscapaciteiten een onbetwistbare toegevoegde waarde vormen voor een project in de biotechnologische sector, evenals aan Benoît De Schynmakers, industrieel ingenieur, en Nicolas Rotsart, die zijn opleiding aan het ICHEC afrondt.
'Wist u dat meer dan een derde van de voedselproductie in de wereld wordt verspild tijdens de tussenstadia voordat het bij de consument thuis komt?', zegt Victor Poncelet. 'Ons doel is om een oplossing te vinden om de enorme hoeveelheden voedselafval te recycleren en tegelijk een eiwitalternatief voor dierenvoeder aan te bieden, dat op zijn beurt de invoer van soja en vismeel zal verminderen, die de bekende gevolgen voor het milieu hebben. Het vet van onze larven heeft ook interessante eigenschappen op het gebied van cosmetica en farmaceutica.'
Op zoek naar een experimenteerterrein
De markt van de slachthuizen in Anderlecht, met zijn enorme hoeveelheden onverkochte goederen, is een perfect voorbeeld van dit verschijnsel en een ideale proeftuin. Met de hulp van de zwarte soldatenvlieg uit tropische klimaten. 'Veel insecten produceren goede eiwitten', zegt Victor Poncelet. 'Het grote voordeel van de zwarte soldatenvlieg is zijn vermogen om in betrekkelijk korte tijd afval te verminderen: in 25 dagen kan hij organisch materiaal met meer dan 70% verminderen. Als je eiwit gaat maken, kun je net zo goed het meest performante insect gebruiken aan de andere kant van het project.'
Een leger van zwarte soldaten in Anderlecht
Victor Poncelet gaat verder: 'In november 2020 zijn wij op het idee gekomen. We hebben het project in december 2020 aan Anderlecht voorgesteld en kregen al snel enthousiaste reacties. Het duurde echter nog 6 maanden om alles op te zetten. Een termijn die wij hebben benut om de markt te benaderen en een duidelijker beeld te krijgen van wat de dierenproducenten aan voeder nodig hebben. Zo hebben wij bijvoorbeeld verschillende viskwekerijen in Wallonië bezocht om een volledig beeld te krijgen van de economische uitdagingen van de sector en hoe wij die met ons innovatieve voeder zouden kunnen aangaan.'
De kweek of teelt van zwarte soldaatvliegen is uiteindelijk in juli 2021 op het terrein van de slachthuizen van start gegaan. De eerste eieren moesten worden ingevoerd om de productie op gang te brengen, maar het project is intussen zelfgenererend zonder dat er regelmatig opnieuw moeten worden ingevoerd. Uit de eitjes komen namelijk larven, waarvan 90% tot dierenvoeder wordt verwerkt wanneer ze volgroeid zijn, en 10% bestemd is om de cyclus voort te zetten. 'Wij herwaarderen de onverkochte producten van de markt zonder de logistiek ervan erg te veranderen,' zegt de jongeman. 'In plaats van ze te dumpen in een grote container achteraan het terrein, worden ze naar onze gebouwen gebracht. Een van de grote troeven van ons bedrijf is dat wij ons kunnen vestigen op de plaats waar het afval zich bevindt en zo alle milieu- en economische kosten van het vervoer van het afval vermijden.'
Meerdere uitdagingen
Wastech staat echter nog in de kinderschoenen. 'Ons hoofddoel in de eerste 6 maanden is om nog meer vertrouwd te raken met de productie. Wij werden geconfronteerd met enkele problemen omdat wij met levende wezens werken', zegt Victor Poncelet. 'Niet alles kan lineair worden gepland.
We beginnen stilaan financiële middelen nodig te hebben. Het inzamelen ervan is vrij ingewikkeld omdat onze producten innovatief zijn en nog maar in beperkte mate aanwezig zijn op de markt. Het is niet gemakkelijk om financiële prognoses op te stellen en te voorzien hoe de markt er over 5 of 6 jaar zal uitzien om fondsen aan te trekken. We moeten dus investeerders vinden die de uitdagingen van een opkomende markt begrijpen, waarbij innovatie kan leiden tot verschillende mogelijkheden.'
De jonge ondernemer windt er geen doekjes om: 'Onze wens om korte ketens te creëren is heel duidelijk, maar ons economisch model kan variabel zijn en evolueren volgens het onderzoek dat op onze producten wordt uitgevoerd met de UCL. We weten niet hoe Wastech er over drie jaar zal uitzien, maar onze ambities en visie blijven duidelijk. Wij zijn helemaal overtuigd van het belang van onze activiteit. Het is nu aan ons om de mensen te overtuigen die ons financieel zouden kunnen helpen.'
En waarom geen gewestelijke steun?
De vier partners werden ondersteund door Start-Lab ULB en hebben alvast eind 2021 een succesvolle crowdfundingcampagne achter de rug. Toch hebben ze zich nog niet grondig verdiept in de vele subsidies die beschikbaar zijn voor Brusselse ondernemers, maar denken ze er meer dan serieus over na: 'Tot nu toe hebben we ons met zoveel concrete prioriteiten beziggehouden dat we nauwelijks de tijd en de beschikbaarheid hebben gehad om de subsidieprogramma's aan te vragen. Maar daar komt stilaan verbetering in.
Zo gaan wij bijvoorbeeld samen met de UCL tests uitvoeren met gekweekte vissen waarvoor een steunaanvraag is ingediend bij Innoviris. We worden steeds opener en we willen zoveel mogelijk steun krijgen.' In deze zoektocht krijgt Wastech de hulp van Anabelle Schatten, een jonge onderneemster wiens start-upbedrijf kleine bedrijven helpt om aan deze steunprogramma's te beantwoorden.
Proberen zonder angst om te falen
In slechts enkele maanden tijd hebben de vier vrienden al enige ervaring opgedaan die zij graag willen delen. 'Wij zijn transparant ten opzichte van elkaar', zegt Victor Poncelet. 'Op onze wekelijkse vergadering spreekt iedereen zijn gevoelens uit en proberen we alle meningen met elkaar te verzoenen, om zo horizontaal mogelijk te zijn in onze besluitvorming. Dit is het voordeel van een start-up: met vier mensen is het echt mogelijk om met ieders wensen rekening te houden in de strategische beslissingen. Het is inderdaad een uitdaging, maar ook erg plezierig.'
Hij voegt eraan toe: 'Je moet vertrouwen hebben in je improvisatievermogen. Vanaf het begin zijn we er voor gegaan. Dat is hoe we werken. We hadden er geen idee van hoe we in de slachthuizen zouden worden ontvangen, maar we zijn toch gegaan. Je moet het proberen. We hebben een of twee afwijzingen gehad. Dat gebeurt, het maakt deel uit van het spel en maakt de kleine successen nog waardevoller.'
Interview : Catherine Aerts