Heeft u een nieuw productieproces uitgevonden? Denk er dan aan uw uitvinding te beschermen om te voorkomen dat kwaadwillige concurrenten ermee aan de haal gaan en er eventueel in uw nadeel munt uitslaan. Maar eerst is het belangrijk om na te gaan of u daadwerkelijk iets nieuws heeft uitgevonden.
Wat is het vak, de bestaansgrond van de Belgische Dienst voor de Intellectuele Eigendom?
Alain Lambermont: "Wij zijn de officiële instantie in België voor het beheer van en de informatie over de intellectuele eigendomsrechten. Het is dus de Belgische Dienst voor de Intellectuele Eigendom die de Belgische titels van intellectuele eigendom aflevert. Maar we besteden ook veel tijd en energie aan informatie. In onze leeszaal en op onze website heeft het grote publiek toegang tot een uitgebreide verzameling gepubliceerde octrooidocumenten, kwekerscertificaten, ingeschreven merken, tekeningen en modellen. Maar een van onze prioriteiten bestaat in het bewustmaken van universiteiten en kmo's van het belang van de intellectuele eigendom – en het belang van de bescherming ervan."
U heeft het over universiteiten en ondernemingen. Maar wie heeft er in wezen met de intellectuele eigendom te maken?
Alain Lambermont: "Iedereen heeft ermee te maken. We worden omgeven door octrooien, merken, modellen, auteursrechten. Maar de kern van ons werk betreft uitvindingsoctrooien, kwekerscertificaten en auteursrechten. De merken en modellen vallen onder het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom. Om een nauwkeuriger antwoord op uw vraag te geven, ontvangen we hier tussen de 750 en 800 Belgische octrooiaanvragen per jaar."
Laten we het geval nemen van een Brusselse kmo die iets unieks heeft uitgevonden en zich wenst te beschermen. Wat moet deze onderneming concreet doen?
Alain Lambermont: "Onze eerste boodschap is heel simpel, deze kmo moet allereerst informatie inwinnen. Nagaan of dat wat ze denkt te hebben uitgevonden inderdaad iets nieuws is. Uit het resultaat van deze eerste stap zal voortvloeien wat ze daarna kan doen. Informatie inwinnen betekent de databases met octrooipublicaties raadplegen. Maar het betekent ook nagaan of het proces dat de kmo denkt te hebben uitgevonden niet al ergens anders bestaat, zelfs zonder dat er in België of elders in de wereld octrooi voor werd aangevraagd. Het principe is eenvoudig: alles wat op welke manier dan ook openbaar is gemaakt of bekend is bij het publiek, is niet meer octrooieerbaar. Ongeacht de uitkomst van het onderzoek van de onderneming, denk ik dat deze informatiefase zeer nuttig is, want zelfs als blijkt dat de uitvinding er geen is, krijgt de kmo dankzij het onderzoek onder andere een beter beeld van wat haar concurrenten doen en over welke technologieën zij beschikken. We zijn dan al verder dan de eventuele registratie van een nieuw product of productieproces."
Gelukkig toeval, na verificatie blijkt dat onze Brusselse kmo inderdaad over een echte uitvinding beschikt. Wat gebeurt er dan?
Alain Lambermont: "Dan moet de onderneming overgaan tot fase 2: het opstellen van een technische tekst waarin alle relevante informatie is opgenomen die nodig is voor de uitvinding. Deze technische tekst zal vervolgens worden geregistreerd. Hetzij op Belgisch niveau als dat is wat de kmo wenst, hetzij op Europees of zelfs wereldniveau."
Is het in dit stadium van de opstelling van een technische tekst dat het personeel van de Belgische Dienst voor de Intellectuele Eigendom de inhoud controleert en de realiteit van de uitvinding meet?
Alain Lambermont: "In principe weigeren we geen enkele octrooiaanvraag voor zover deze beantwoordt aan de definitie van een uitvindingsoctrooi, namelijk 'het aanreiken van een technische oplossing voor een technisch probleem'. Ook moet er worden gelet op de uitzonderingen op de octrooieerbaarheid (uitvinding die strijdig is met de openbare orde of met de goede zeden bijvoorbeeld). Als het slechts om een idee of een ontwerp gaat, kan dit niet worden beschermd. Een nieuwe dienst valt dus niet binnen het kader van deze definitie. Als men daarentegen wel binnen de grenzen van de definitie valt, registreren we de aanvraag en zal een examinator van het Europees Octrooibureau – aan wie we deze opdracht uitbesteden – het document analyseren en een eerste officieel rapport opmaken samen met een geschreven mening. Dit rapport wordt aan de octrooiaanvrager overhandigd."
Is deze procedure duur?
Alain Lambermont: "Alles hangt af van de manier waarop men de zaken bekijkt. De eerste kosten voor een Belgische procedure bedragen 350 euro. Een indieningstaks van 50 euro op de dag waarop octrooi wordt aangevraagd en een taks voor het officiële onderzoeksrapport van 300 euro in de loop van het eerste jaar. Als de onderneming daarna besluit om de procedure voort te zetten en haar uitvinding in België voor de maximale duur – 20 jaar – door een octrooi te beschermen, kost de kmo dat in totaal 5.000 euro. Maar dit geld hoeft niet in een keer te worden betaald. Het kan verspreid over de 20 jaar in termijnen worden betaald. Bovendien kan het goed zijn dat een bedrijf na 4 of 5 jaar beslist dat het geen zin meer heeft om de oorspronkelijke uitvinding te beschermen en dan laten we het daarbij."
Lopen de kosten explosief op als er wordt gekozen voor een Europese bescherming?
Alain Lambermont: "De Europese procedures zijn inderdaad duidelijk duurder, met name als gevolg van de kosten voor vertalingen. Op dit gebied zijn er 3 officiële talen in Europa: Frans, Engels en Duits. Om een Europese octrooiprocedure op te starten, moet de aanvraag verplicht in een van deze drie talen worden ingediend. Voor een Waalse kmo is dat eenvoudig, maar voor een Vlaamse kmo is hier al een eerste vertaling nodig. Vervolgens moet bij een Europese procedure een bepaald aantal landen worden aangegeven waarin men zich wenst te beschermen. In Europa zijn er 38 toegankelijke landen. Wanneer het document eenmaal is toegewezen, is er voor alle aangegeven landen een officiële vertaling vereist. Dit gezegd zijnde, wordt ook hier het principe van de jaarlijkse betalingstermijnen toegepast. Het is dus niet nodig om het hele bedrag in een keer aan het begin neer te tellen. Het is misschien duur, maar tegelijkertijd moet er ook worden gekeken naar wat de bescherming van een octrooi kan opleveren. En verder bestaan er gewestelijke steunmaatregelen die het de onderneming mogelijk maken om de kosten te drukken, in het bijzonder als het om een kmo gaat. Jammer genoeg zijn de kosten voor kmo's vaak een remmende factor in het proces van de intellectuele eigendom. Dat is spijtig."
Wanneer octrooi is aangevraagd voor een uitvinding, wordt ze dan automatisch toegankelijk voor de gewone sterveling en bijvoorbeeld voor een Aziatische concurrent die niet wordt gehinderd door gewetensbezwaren om uw uitvinding 'uit te buiten' zonder ook maar enig recht te betalen?
Alain Lambermont: "Wat er gebeurt, is het volgende. Als u vandaag een octrooiaanvraag indient, volgt er een vertrouwelijkheidsperiode van ongeveer 18 maanden. Tijdens deze periode is uw document niet bekend. De publicatie vindt plaats aan het einde van deze periode. Dan wordt uw document toegankelijk in de databases met octrooipublicaties en kan iedereen lezen waarvoor u octrooi heeft aangevraagd. Maar dit betekent niet dat uw uitvinding zomaar door iedereen kan worden gebruikt. En dan komen we terug bij de beschermingsgraad die u heeft gekozen: als u uitsluitend in België een bescherming heeft gevraagd, loopt u het risico dat uw technologie in een ander land wordt gebruikt zonder dat u ook maar enige mogelijkheid heeft om gerechtelijke stappen te ondernemen."
Kunnen we stellen dat de uitvinder 18 maanden de tijd heeft om te beslissen over de omvang van de bescherming die hij voor zijn uitvinding wil genieten?
Alain Lambermont: "Nee. In werkelijkheid beschikt hij slechts over 12 maanden. Tijdens deze periode moet hij twee belangrijke handelingen verrichten. De eerste bestaat in het aanvragen van het officiële onderzoeksrapport. Dat is verplicht en als u het niet doet, wordt uw document automatisch verworpen. Het is dus zaak om niet te lang te wachten met het aanvragen ervan ... omdat het toch even duurt voordat de examinator uw technische tekst analyseert en zijn rapport en geschreven mening klaar heeft – wat een goede indicator zal zijn voor het vervolg. Het beste is om deze uitslag voor het einde van het eerste jaar te hebben, aangezien het u de mogelijkheid geeft bepaalde beslissingen te nemen en dan met name die omtrent de uitbreiding van de beschermingsgraad (welke landen) voor de uitvinding. Dat is de tweede handeling en deze keuze moet worden gemaakt in de 12 maanden die volgen op de opstarting van de registratieprocedure. Daarna is het te laat."
Meer informatie:
Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
Dienst voor de Intellectuele Eigendom
North gate III
Koning Albert II-laan 16
1000 Brussel
Tel.: 02 277 90 11
E-mail: piie_doc@economie.fgov.be
Het Contactpunt van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom is open van maandag tot vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur en uitsluitend op afspraak van 14.00 tot 16.00.
Lees ook op deze site :