Vandaag de dag speelt in de maatschappij en binnen bedrijven innovatie een steeds grotere rol. Daar hoort ook een toestroom aan nieuwe ideeën bij, waar Design Thinking (ontwerp-denken) u zeker bij kan helpen.
Wat is Design Thinking?
Design Thinking is een innovatiestrategie die vertrekt vanuit het standpunt van de gebruiker. Het stelt kleine en grote organisaties die willen innoveren in staat om designmethodes te gebruiken waarmee ze (1) de behoeften van de gebruikers of de markt kan afstemmen op (2) de technische en organisatorische haalbaarheid en op (3) de economische uitvoerbaarheid ervan. Dit zorgt ervoor dat organisaties op een creatieve manier gaan nadenken over producten of diensten die hun eindgebruiker zou willen gebruiken.
Wat is de link met Design?
Beide benamingen worden vaak door elkaar gehaald. Toch zijn de uitkomsten van de twee disciplines totaal verschillend. Designers bedenken oplossingen omtrent producten of diensten terwijl Design Thinkers zich op de gebruikers focussen en prototypes ontwerpen die de noodzakelijke voorwaarden onderstrepen voor de totstandkoming van die oplossingen. Design Thinkers hebben doorgaans geen designopleiding gevolgd, ze hebben verschillende achtergronden en hun doel is om de gebruikservaring van hun klanten te optimaliseren.
De gebruikservaring optimaliseren: een handleiding
Het Design Thinking-proces onderscheidt vijf essentiële fasen:
- empathize,
- define,
- ideation,
- prototype,
- test.
De termen verwijzen naar uiteenlopende disciplines. Enerzijds naar de psychologie en sociologie met de termen ‘empathie’ en ‘ideevorming’ en anderzijds naar engineering en productontwikkeling met de termen ‘prototype’ en ‘test’. Bij Design Thinking wordt er dus zowel een oplossing vanuit het menselijk perspectief geboden voor een engineeringsprobleem als een oplossing vanuit een engineeringsperspectief voor een menselijk probleem.
Empathie (empatisch begrip krijgen)
De empathiefase staat centraal in het designproces dat uitgaat van de gebruiker. In deze fase tracht men te weten te komen wie de gebruiker is, hoe hij zich in zijn omgeving gedraagt en waarom. Hierdoor kan de Design Thinker onderscheiden wat de fysieke en emotionele behoeften van de gebruiker zijn en welke waarden en overtuigingen hij heeft. De Design Thinker geeft dus betekenis aan de waargenomen ervaringen onder de gebruikers om zo essentiële kennis op te doen voor het bedenken van innovatieve ideeën.
Voor de emphatiefase worden gebruikers in een reële situatie geobserveerd en wordt er naar hen geluisterd. Er wordt ook een gesprek met hen aangegaan waarbij de Design Thinker voortdurend de ‘waaromvraag’ stelt, zodat hij de diepere betekenis van de geobserveerde/beschreven situatie goed begrijpt.
Define (definieer het probleem)
In de definiëringsfase wordt er betekenis gegeven aan de ontwikkelde waarnemingen en perspectieven van de Design Thinker met betrekking tot de belangrijkste behoeften van de gebruiker en de bredere context waarin die gebruiker evolueert. Tijdens deze tweede fase wordt de invalshoek van de Design Thinker en diens begrip van het probleem geformuleerd zodat er een kwaliteitsvolle oplossing voor kan worden gevonden. Als deze fase goed is verlopen, wordt doorgegaan naar de ideevorming.
Ideation (creëer ideeën )
De ideevorming is de derde fase. Centraal staat het bedenken van allerlei creatieve ideeën zodat er innovatieve oplossingen gevonden kunnen worden voor het probleem dat bij de vorige fase is gedefinieerd. Er bestaan talrijke technieken om ideeën te genereren.
Brainstorming is een voorbeeld van een bekende techniek waarbij er ideeën worden aangevoerd door andere leden van de groep. Op die manier neemt men afstand van een logische en individuele manier van denken. Een ander voorbeeld is de techniek van het lateraal denken, waarbij herhaaldelijk de vraag ‘wat als?’ wordt gesteld. Deze techniek leidt niet altijd onmiddellijk tot concrete ideeën, maar wel tot een heleboel denkstimuli (trends, principes, thema’s, eigenschappen ...) die samen wel kunnen leiden tot realistische en uitvoerbare ideeën. Een laatste voorbeeld is de techniek van het anti-probleem, waarbij het op te lossen probleem omgedraaid wordt. Deze techniek kan ideeën voortbrengen waar men mogelijk niet op was gekomen als men zich alleen op het initiële probleem had gefocust.
Alle bovenstaande methodes hebben gemeen dat er geen oordelen worden geveld : doordat het eerst alleen gaat om het aanvoeren van ideeën, wordt de creativiteit en de fantasie ten volle benut voordat er overgegaan wordt tot een rationele evaluatie van de ideeën in de testfase.
Prototype (maak een prototype)
Dankzij prototyping, de vierde fase in het proces, kunnen er snel en frequent meerdere mogelijke oplossingen worden aangevoerd in een omgeving onder toezicht. De oplossingsprototypen worden ontwikkeld op basis van criteria waarmee ideeën kunnen worden geselecteerd (bijv. het meest onwaarschijnlijke idee, het idee dat het beste lijkt, etc.). Het kan gaan om fysieke oplossingen of om oplossingen die juist abstract van aard zijn waarmee problemen kunnen worden opgelost als het gaat om artefacten waarmee de eindgebruiker kan interageren. Het is belangrijk om te weten welke variabele de Design Thinker samen met de gebruiker wil uittesten. Als communicatie-instrument kan men met het prototype ook allerlei opties uittesten zonder op voorhand een omschreven richting te hoeven kiezen. Tot slot komen eventuele fouten snel aan het licht, wat maakt dat er relatief weinig tijd verloren gaat en er weinig kostenverlies is wat het geïnvesteerde materiaal betreft.
Test (testen)
De laatste fase is de testfase. De oplossingsprototypen worden aan de gebruiker voorgesteld om diens mening en feedback te krijgen en desnoods de oplossing te verbeteren. Tijdens deze fase kan de Design Thinker zich opnieuw inleven in de gebruiker en zo van hem leren of het probleem nog beter afgebakend moet worden.
Soms moet men voor de prototyping even terug naar de ideevormingsfase omdat er voor een oplossing meerdere beslissingen genomen moeten worden waarvoor weer nieuwe ideeën moeten worden bedacht. Ook voor de definiëring van het probleem is soms nog meer empathie met de gebruiker vereist om diens behoeften beter te kunnen bepalen. Het proces herhaalt zich dus.
Enkele concrete voorbeelden van de toepassing van de Design Thinking-methode vindt u hier.
Design Thinking is niet zomaar een methode. Er kan beroep op worden gedaan als men een radicale verandering in de bedrijfscultuur voor ogen heeft en men oplossingen wil vinden die goed afgestemd zijn op de eindgebruikers, hetgeen de organisatie ten goede komt. Een aanpak die is afgestemd op de gebruiker die het probleem ondervindt, vergroot namelijk de slaagkans van een oplossing op lange termijn.