Van kunstfotografie je broodwinning maken? Het is mogelijk. Pedro Correa, vader van twee, doet het al zes jaar. Al maakt hij er wel een kanttekening bij: “Mogelijk, ja. Maar daarom niet eenvoudig of vanzelfsprekend, zoals elke zelfstandige activiteit waarschijnlijk.” We hebben het met hem over het afgelegde parcours.
Hoe heb je de overstap naar een totaal andere activiteit gemaakt?
P.C.: Ik had altijd al een voorliefde voor beeld en kunst. Mijn moeder is een schilderes en ik ben zowat opgegroeid in musea en galerijen. Toch wilden mijn ouders graag dat ik ingenieur zou worden, en zo heb ik eerst het diploma van burgerlijk ingenieur behaald aan de UCL. Ik heb daar zelfs een doctoraat aan gekoppeld rond beeldverwerking (medisch, satellieten, videogames enz.), net omdat ik zo gefascineerd was door beeld. Tezelfdertijd volgde ik avondles in Bozar en bleef ik daarnaast schilderen, tekenen, fotograferen, animatiefilms maken ...
In mijn carrière als ingenieur heb ik wel interessante jobs uitgeoefend, maar toch lagen ze nog altijd te ver af van mijn echte passie. Zes jaar na mijn doctoraatstudie nam ik tenslotte de beslissing om voltijds als kunstfotograaf te beginnen.
Hoe ben je daaraan begonnen?
P.C.: Ik verlangde er al een tijdje naar om een artistiek project te realiseren. Ik werkte nog als ingenieur toen ik op een gegeven moment stilstond bij wat ik tot dan al had verwezenlijkt op fotografisch vlak. In mijn fotoreeksen zag ik toch een zekere coherentie qua beelden, een soort van visuele poëzie die kenmerkend zou kunnen zijn voor mij en die me ook wel vernieuwend leek. De Washington Post heeft me daar achteraf in gesterkt door mijn fotografie te omschrijven als “poëzie van de stedelijke eenzaamheid”. Daarna begon ik kunstgalerijen en tentoonstellingen te bezoeken waarbij ik in het bijzonder de praktische en logistieke aspecten bestudeerde. Uiteindelijk zette ik mijn website op, en zo maakte ik mijn foto's voor het eerst publiek.
Twee gebeurtenissen die daarop volgden zijn erg bepalend geweest.
Allereerst heb ik het geluk gehad dat ik uitgekozen werd voor een workshop van een week in Parijs met Mark Power, een erkende fotograaf van het fotoagentschap Magnum. Hij is een echte inspiratie geweest voor mij, en een onschatbare informatiebron voor wat het beroep van kunstfotograaf precies inhoudt. Ik ontdekte hoe het eraan toe ging achter de schermen en zag in hoeveel werk er achter een voltooide creatie schuilt.
In dezelfde periode werd ik ook geselecteerd om deel te nemen aan een kunstbeurs, de Accessible Art Fair in Brussel. Ik kreeg voor het eerst te maken met een publiek, de praktische aspecten van het kunstenaarsleven, en niet de minste: de blik van buitenaf op mijn werk, alles wat er komt kijken bij de materiële creatie van werken, de relaties met de kopers en de galerijen ... Toen is er iets veranderd. Mensen waren niet alleen geïnteresseerd in mijn werk maar kochten het ook, en ik legde mijn eerste contacten in het milieu. Eén van de kopers was galerijhouder en niet veel later had ik mijn eerste expositie in een galerij. Drie jaar nadat ik mijn website had opgezet, besefte ik dat ik er mijn broodwinning van kon maken.
Zijn de galerijen onmisbaar als ‘tussenpersoon’?
P.C.: Kunstenaars hebben altijd al galerijen nodig gehad om vertegenwoordigd te kunnen zijn. Het wereldje evolueert snel (en eerlijk gezegd weten we niet altijd in welke richting), maar degenen die van hun kunst willen leven, hebben er alle belang bij om zichzelf te leren verkopen en parallel een netwerk van galerijen uit te bouwen aan wie ze een deel van het werk kunnen overlaten. Vandaag ben ik vertegenwoordigd door zes galerijen over de hele wereld die zich allemaal inspannen om mijn werk te promoten en te verkopen (op commissie). Die inspanning kan ik niet alleen aan en bovendien vergroot het mijn waarde op de kunstmarkt.
Hoe is de overgang naar je zelfstandige activiteit verlopen?
P.C.: Zoals bij eender welke andere job vermoed ik, beetje bij beetje. Als je acht uur per dag besteedt aan je opstartactiviteit, aan het leren en onderhandelen met partners (galerijen, kopers, drukkers enz.) en daarbij ook fouten maakt, dan rol je er geleidelijkaan in. Niet lang na mijn eerste expositie en dankzij de positieve feedback die daarop volgde, heb ik besloten om mijn goed betaalde leidinggevende functie op te zeggen.
Ik ben dan gaan aankloppen bij Smart in Brussel. Dat netwerk ondersteunt creatievelingen en kunstenaars die leven van hun kunst of die zich nog aan het opstarten zijn. Ik heb ontzettend veel gehad aan de goede adviezen en aan de waardevolle infrastructuur.
Ik ben van drie exposities per jaar naar gemiddeld één expositie per maand gegaan. Vanaf het moment dat ik regelmatig begon te verkopen, achtte ik de tijd rijp (na veelvuldig overleg met financiële en juridische experts) om mijn vleugels uit te slaan als zelfstandige en heb ik mijn onderneming opgericht. Al kan Smart voor kunstenaars ook een stabiele en permanente oplossing zijn.
Het ondernemerschap zit dus in je bloed?
P.C.: Oorspronkelijk eigenlijk helemaal niet ! Ik was tot dan altijd gewoon in loondienst geweest. Dat wordt in België en overigens ook in Spanje, waar ik oorspronkelijk vandaan kom, traditioneel beschouwd als ‘veilig’. Maar wanneer je begint te beseffen dat de tijd verstrijkt, dan begin je toch te denken dat je misschien beter zou doen wat je écht graag doet. Ik mijmerde er geregeld over hoe ik mezelf kon uitbouwen als kunstenaar en toen drong het tot me door dat zelfstandige worden de beste oplossing was.
Ik heb natuurlijk wel mijn denkwijze moeten aanpassen. Het is best moeilijk om te wennen aan het idee dat er niet langer op vaste tijdstippen een vast bedrag op je rekening komt te staan. Je moet leren om je middelen te beheren als een goede huisvader, om je angsten de baas te worden en ... om vertrouwen te hebben.
Maar wanneer mensen me zeggen dat ik moedig ben en het niet gemakkelijk moet zijn om van je kunst te leven, antwoord ik dat het me moeilijker lijkt om jarenlang een job uit te oefenen die je niet echt graag doet en de dagen af te tellen tot aan je pensioen. Dat is een beangstigend beeld dat ik meer dan eens heb gezien in mijn vorige carrière en dat heeft me aangespoord om de sprong te wagen.
Was die psychologische onzekerheid dan een grote hindernis?
P.C.: Ik denk dat we zowel de mentale als de emotionele veerkracht onderschatten die nodig is wanneer men overstapt van loondienst naar een zelfstandige activiteit. Je moet namelijk voldoende zelfvertrouwen kweken om te blijven geloven dat het resultaat zal lonen, ook al laat dat even op zich wachten. Dat zelfstandigen bijzonder veel stress hebben en vaak overwerkt zijn is algemeen geweten. In mijn geval probeer ik die vrijheid van een kunstzinnige activiteit zoveel mogelijk te behouden maar moet ik tegelijkertijd rekening houden met de financiële, administratieve en logistieke beperkingen die juridische structuur vereisen.
Mijn rationeel karakter en mijn verleden als ingenieur hebben ongetwijfeld in mijn voordeel gespeeld bij mijn voorbereidingen. Ik heb me goed geïnformeerd en met verschillende gespecialiseerde advocaten gesproken om meer te weten over auteursrecht, de kunstmarkt en dergelijke. Voor veel kunstenaars kan dat beangstigend lijken of taboe zijn, maar ik ben echt van mening dat dat de juiste aanpak is. En wanneer je uiteindelijk alle informatie hebt, zal het moment aanbreken waarop je je afvraagt of je echt wel klaar bent. En dan moet je durven omschakelen en zeggen dat het volstaat om voldoende klaar te zijn om voor jezelf te beginnen.
Heb je concrete hulp gekregen voor je project?
P.C.: Dankzij de dienst 1819 heb ik ontdekt dat ik recht had op drie steunmaatregelen:
- een opleidingspremie waardoor ik kon genieten van een waardevolle training voor bedrijfsleiders onder de vorm van coaching,
- een consultancypremie waarmee ik mijn internationale zichtbaarheid kon vergroten
- steun om een publicatie te realiseren.
Ik ben voor het ogenblik een gelukkig man. Je weet natuurlijk nooit hoe de markt zal evolueren en welke plaats kunst in onze samenleving zal krijgen, maar ik blijf er alleszins alles aan doen opdat mijn kunst meer bekendheid en erkenning krijgt, zowel in België als in de 5 andere landen waar ik actief ben én daarbuiten.
Heb je nog enkele tips voor toekomstige kunstenaar-ondernemers?
P.C.: Door mijn atypisch parcours wordt mij vaak gevraagd om advies te geven aan mensen die zich willen heroriënteren. Mijn advies is steevast hetzelfde : voorbereiding is het allerbelangrijkste. Je moet je beroep door en door kennen en erin uitblinken – dat lijken mij toch de minimumvoorwaarden. Maar dat is niet voldoende. Je moet kunnen verkopen en de gevoeligheden van de markt kennen (en de kunstmarkt is ook een markt). Het is niet de bedoeling om een pure verkoper te worden, maar om een stevig fundament te creëren van waaruit je je handelsactiviteit kan beginnen.
En ten slotte mag je, wanneer puntje bij paaltje komt en je voldoende bent voorbereid, niet bang zijn om de sprong te wagen. Tegen degenen die vonden dat ik een groot risico nam, zei ik altijd dat angst irrationeel is en dat ik er heus niet van zou doodgaan. Integendeel, zelfs al gaat het mis, dan kun je nog altijd een stapje terug zetten of andere mogelijkheden verkennen. Daarbovenop krijg je de voldoening van het te hebben geprobeerd, heb je ervaring opgedaan en heb je je comfortzone vergroot.
Website: www.pedrocorreaphoto.com
Artikel door Catherine Aerts