Digitalisering is nu overal aanwezig, ook bij de revalidatie van patiënten met een heup- of knieprothese. Dat is de sleutel tot het succes van MoveUP, een start-up geboren uit de gezamenlijke wens van zes MBA-studenten om te ondernemen.
Hoe begon het MoveUP-project?
Charles-Eric Winandy: Het ontstond eigenlijk als een project voor één van onze cursussen. Een onderdeel van onze MBA aan de Vlerick Business School was namelijk een vak rond het ondernemerschap, waarvoor we aan de groep een idee voor een onderneming moesten voorstellen. We wilden de revalidatie na een chirurgische ingreep verbeteren. Onze eerste aanpak was heel anders dan wat we vandaag doen, behalve dat we al dezelfde technologie gebruikten: een tracker in de vorm van een armband dat de lichaamsbewegingen kan tracken.
We hebben een aantal voorlopige tests gedaan met dergelijke armbanden en tablets gekocht in de handel, waarop gratis applicaties waren geïnstalleerd. We zijn begonnen met een klein budget, gewoon om onze doelgroep te definiëren zonder te veel risico's te nemen. Eerst hebben we ouderen getest die nog zelfstandig thuis woonden maar al geconfronteerd werden met gezondheidsproblemen en valpartijen. Nadien zijn we overgestapt naar 65-jarigen die nog steeds in goede gezondheid waren en in vorm wilden blijven. Maar dit alles verliep niet bepaald succesvol. Vervolgens heeft een orthopedisch chirurg, gespecialiseerd in heup- en knieprothesen, ons zijn patiënten voorgesteld. Hij was er zeker van dat deze kans om hun revalidatie te optimaliseren hen zou verleiden.
De feedback was zo positief dat gebruikers aan het einde van de testperiode het apparaat niet wilden teruggeven! Toen hebben we met vier besloten om het professioneler aan te pakken, en eind 2015 de onderneming op te richten.
Waarom ondernemen en waarom in de paramedische zorg?
C-E.W.: Drie van ons, waaronder ikzelf, hadden geen ervaring op paramedisch gebied. Het was het proces van de oprichting van het bedrijf dat ons vooral fascineerde. We hadden net zo goed naar een andere sector kunnen overstappen, maar de expertise en het enthousiasme van één van de medeoprichters voor de medische sector, en in het bijzonder de orthopedie, heeft ons doen kiezen voor deze weg. Het is een boeiende sector.
Hoe ziet u het heden en de toekomst van MoveUP en die van u?
C-E.W.: We sloten onze MBA in de zomer van 2016 af. Van meet af aan verliet één van ons, Ward, zijn vorige baan om fulltime met MoveUP bezig te zijn vanaf september 2016. Begin 2017 heb ik me bij hem gevoegd. We zijn begonnen met fondsenwerving. Nadat we in eigen zak hadden getast om de onderneming op te richten en de eerste tests uit te voeren, konden we gelukkig een subsidie binnenrijven.
Sinds oktober vorig jaar maken we ook deel uit van de 24 projecten geselecteerd door het kabinet van Maggie De Block, minister van Volksgezondheid, voor de oproep voor projecten in verband met mobiele gezondheidsapplicaties. Het RIZIV wil inderdaad de doeltreffendheid van alle applicaties op het vlak van gezondheid evalueren. Voor ons is dat een enorme meevaller: niet alleen financiert het RIZIV de tests, maar dankzij onze selectie worden we bovendien geloofwaardiger bij de verschillende ziekenhuizen waarmee we samenwerken, kliniek Sint-Jan in Brussel, AZ Delta in Roeselare en Maria Middelares in Gent. Dankzij die oproep voor projecten konden we ons project echt op een zeer concrete manier structureren.
Van augustus tot december 2016 ontwikkelden we de eerste versie van de geïntegreerde toepassing. In mei werd het onderzoeksprotocol goedgekeurd door de verschillende ethische commissies en sindsdien gaan we verder met de concrete fase. Elke week ontmoeten we 10 tot 15 patiënten die moeten worden geïnformeerd en gedurende de drie maanden van de behandeling moeten worden opgevolgd. Dat is een aanzienlijke werklast. Midden juni gebruikten al een veertigtal patiënten onze oplossing en op termijn kunnen we tot tweehonderd patiënten gedurende hun revalidatie volgen. Wij streven ernaar om het RIZIV te tonen dat de revalidatie van de patiënten die onze oplossing gebruiken optimaal is en dat dat uiteindelijk goedkoper uitkomt dan de traditionele methode die momenteel wordt gebruikt.
Ons doel is om terugbetaling door het RIZIV te verkrijgen en ziekenhuizen te overtuigen. Degenen met wie we al samenwerken, beseffen de waarde en het nut van onze oplossing. We hopen dus met hen door te gaan en anderen aan de lijst toe te voegen. Maar we moeten wachten op de terugbetaling om ons echt te kunnen ontwikkelen. Belgen zijn het niet gewend om voor hun gezondheidszorg te betalen. Maar het goedkeuringsproces door het RIZIV is vrij lang; het duurt ongeveer anderhalf jaar. Gedurende die periode is het noodzakelijk dat we blijven werken. Op dit ogenblik wordt onze hele operatie gefinancierd in het kader van het pilootproject. Vervolgens en vóór de invoering van een structurele vergoeding zijn de kosten voor rekening van de patiënt. Daarom moeten we dus een product voorstellen dat hem de best mogelijke toegevoegde waarde biedt.
Welke ondersteuning heeft u ontvangen?
C-E.W.: Vlerick Business School hielp ons veel: we konden al onze cursussen en ons volledige afstudeerproject aan onze onderneming wijden, met de steun van onze docenten voor de verschillende aspecten van de lancering (financiën, businessplan, marketing, innovatie ...).
De subsidie die we kregen was van cruciaal belang, omdat het ons toeliet om rustig af te wachten tijdens de productontwikkeling die enkele maanden duurde.
We zijn ook lid van Lifetech.brussels, de Brusselse gezondheidscluster, dat versnellingsprogramma's met opleidingen organiseert die zeer interessant zijn voor ondernemers die zoals wij niet op de hoogte zijn van de specifieke kenmerken, reglementeringen, medische hulpmiddelen, op het vlak van persoonlijke levenssfeer, gegevensbescherming enz. Dankzij die seminars hebben we ook contact kunnen leggen met specialisten, zoals juristen en consultants. Toen we met dat versnellingsprogramma begonnen, werkte niemand van ons fulltime aan ons project. Zo konden we ons een duidelijker beeld maken van wat ons te wachten stond.
In maart 2016 hebben we ook deelgenomen aan een hackathon in Brussel, waarbij deskundigen, verzekeraars, en het RIZIV aanwezig waren. Het doel voor de deelnemers was om zoveel mogelijk vooruitgang te boeken met hun project in een weekend. Onze volledige website zoals die er vandaag uitziet, werd tijdens dat weekend gemaakt. Ook hebben we onze branding, onze communicatie, prijs, enz. bestudeerd.
Maar als we eerlijk moeten zijn, was de echte boost, vooral op het vlak van zichtbaarheid en geloofwaardigheid, de oproep voor projecten van het kabinet De Block. Sinds maart zijn we er volledig mee bezig, en de komende vier maanden blijft dat ook zo.
Welk advies zou u toekomstige ondernemers geven?
C-E.W.: Eerst en vooral zou ik hen aansporen om voor het juiste team te zorgen, dat ze omringd zijn door de juiste mensen. Ons team werkt goed. Toen we elkaar ontmoetten, waren we allemaal gedreven door hetzelfde doel: iets creëren.
Ik wil ook waarschuwen tegen het gevaar om vast te blijven zitten op een eerste idee zonder echt te luisteren naar de feedback van het publiek. Wij konden ons product aanpassen in functie van onze potentiële klanten na analyse van de reacties die ze ons gaven. Velen maken de fout te denken dat hun idee het beste is. Maar als de feedback negatief is, moet je jezelf in vraag (kunnen) stellen.
Het is ook beter om te beginnen met een eenvoudig concept, het te testen, geleidelijk vooruit te gaan om te vermijden dat er te veel tijd en geld worden uitgegeven aan projecten die niet zullen slagen.
Contact: MoveUp