U bent de baas van een zeer kleine onderneming en u zou graag een grafisch ontwerper inhuren, maar u hebt niet de middelen om hem voltijds in dienst te nemen. Bovendien heeft uw bedrijf een dergelijk profiel slechts een paar uur per week nodig. Wat is de oplossing? Sinds 2000 geeft de Belgische wetgever ondernemingen toestemming om werknemers via het mechanisme van werkgeversgroeperingen te verdelen. Laat ons dit systeem in volle ontwikkeling nader bekijken...
Werkgeversgroeperingen zijn tot op heden nog weinig gebruikt in België. Dankzij hen kunnen ondernemingen, zelfstandigen, verenigingen, vrije beroepen ... zich onder een koepel verenigen om een of meerdere werknemer(s) te delen die ze enkel deeltijds nodig hebben.
Voordelen van het mechanisme
Het systeem van werkgevergroeperingen biedt 4 voordelen:
- de ondernemingen kunnen omwille van verschillende redenen samen personeel aanwerven (wat elk bedrijf apart niet noodzakelijk financieel kan dragen)
- het administratieve beheer is beperkt, aangezien de administratieve taken over de leden van de organisatie worden verdeeld;
- de behoeften qua personeel worden als het ware gebundeld, wat vooral voor de kmo's interessant is;
- dankzij dit systeem kunnen werknemers die moeilijk te plaatsen zijn, wegraken uit de onzekerheid. Ze kunnen ook een verkorte opzegtermijn geven wanneer ze hun contract willen verbreken.
Legaal kader
Oorspronkelijk was het systeem van werkgeversgroepering, dat in 2000 werd opgericht, erg onbuigzaam. Er was met name een vereiste die stelde dat de werknemer ingehuurd door de organisatie een langdurig werkzoekende moest zijn. In 2014 versoepelde de regering Di Rupo het systeem, met een matig succes tot gevolg.
Sinds de wet van 25 april 2014 kan de werkgeversgroepering alle soorten werknemers in dienst nemen om hen ter beschikking te stellen van haar leden.
De werkgeversgroepering moet de vorm van een vzw of een economisch samenwerkingsverband in de zin van Boek XIV van het Wetboek van Vennootschappen hebben. Het enige maatschappelijk doel ervan is om werknemers ter beschikking te stellen van haar leden.
Hoewel de werknemer in verschillende ondernemingen werkt, is de werkgeversgroepering zijn enige werkgever, met wie hij een schriftelijke, volgens de regels opgemaakte overeenkomst aangaat.
Dat contract kan voor onbepaalde duur, bepaalde duur, of voor een duidelijk omschreven taak worden gesloten. De wekelijkse arbeidsduur mag niet minder dan 19 uur zijn (deeltijds). Het contract moet enkel worden afgesloten met de groepering - afzonderlijke specifieke rechtspersoon van haar leden en geregistreerd bij de RSZ - en niet met elke onderneming dat lid is, voor wie ze bepaalde taken uitvoeren in het kader van de ter beschikkingstelling.
Een ander contract verbindt bovendien de werkgeversgroepering met de inlenende onderneming om de voorwaarden en de duur van de ter beschikkingstelling te bepalen.
De werkgeversgroepering is verantwoordelijk voor de gedeelde werknemers, wat betekent dat de organisatie hen verzekert tegen arbeidsongevallen, hun salarissen betaalt, alle verplichtingen ten opzicht van de fiscus, RSZ vervult, enz.
De leden van de werkgeversgroepering zijn hoofdelijk verantwoordelijk voor fiscale en sociale schulden ten opzichte van derden, evenals ten opzichte van werknemers die door de werkgeversgroepering ter beschikking worden gesteld van leden van de werkgeversgroepering.
Eenmaal opgericht en geregistreerd bij de bevoegde handelsrechtbank voor het gebied waar de maatschappelijke zetel zich bevindt, moet de organisatie een goedkeuring van de federale minister van Werk verkrijgen. Dat bevestigt dat de moedermaatschappijen rechtsgeldig zijn opgericht, geen fiscale en/of sociale schulden hebben, enz.
Nieuwe regels sinds 1 februari 2017
Ondanks de versoepelingsmaatregelen die in 2014 werden genomen, kende het systeem van werkgeversgroeperingen niet het verwachte succes. Op dat moment waren er slechts een tiental groepen actief in België. Om het mechanisme aantrekkelijker te maken voor ondernemingen, heeft de wetgever verschillende wijzigingen uitgevoerdin het kader van de wet van 5 maart 2017 inzake werkbaar en wendbaar werk.Die ontwikkelingen traden met terugwerkende kracht in werking op 1 februari 2017.
Voorafgaande toelating
In de nieuwe regeling is de Minister van Werk niet meer verplicht het advies van de Nationale Arbeidsraad (NAR) te vragen. In vele gevallen zal de werkgeversgroepering dan ook sneller haar toelating krijgen.
- Voordien was dit wel het geval: de NAR had 60 dagen om zich uit te spreken en na ontvangst van het advies had de Minister nog eens 20 dagen om een toelating te geven of niet. Een wachttijd van 80 dagen dus.
- Volgens de nieuwe regels kan de Minister de NAR om advies vragen, maar hij hoeft dit niet.
- Doet hij dit niet, dan antwoordt hij binnen de 40 dagen
- Doet hij dit wel, dan wordt de termijn van 40 dagen geschorst tot er een advies is. Dit moet weeral binnen de 60 dagen verleend worden door de NAR.
De toelating zal steeds worden gegeven voor onbepaalde duur. Momenteel moeten de werkgeversgroeperingen verlenging vragen indien de termijn van hun toelating vervallen is.
Beperking
De werkgeversgroepering mag maximaal 50 werknemers tewerkstellen.
Het paritair comité
De Minister duidt een bevoegd paritair comité (PC) aan. Deze sector zal bepalen wat de loons- en arbeidsvoorwaarden zijn van de werknemer.
- Behoren alle leden tot hetzelfde PC? Dan kiest de Minister deze sector.
- Behoren ze tot verschillende PC’s, dan kiest de Minister er één van. De werkgeversgroepering kan in zijn aanvraag een suggestie doen. Nieuw is wel dat er richtlijnen zijn voor de Minister:
- Het PC van het lid of leden waar de werknemer het meeste aantal uren zal werken
- Het PC van het lid of de leden waaronder het grootste aantal vaste werknemers van het lid of de leden vallen
- Sluit een nieuw lid zich aan bij de werkgeversgroepering, dan moet de bevoegdheid van het PC opnieuw bekeken worden.
Jaarlijks activiteitenverslag
De groepering moet de voorzitter van het directiecomité van de FOD Werkgelegenheid elk jaar een activiteitenverslag bezorgen.
Werkgeversgroeperingen in België
Bij onze Franse buren kende het mechanisme van werkgeversgroeperingen een groot succes. Het werd voor het eerst ontwikkeld in de landbouw en het veroverde vervolgens andere sectoren. Vandaag zijn er ongeveer 5 100 werkgeversgroeperingen in Frankrijk, waarvan iets meer dan 70% in de landbouwsector.
In België heeft het systeem moeite zich te ontwikkelen: er bestaan momenteel een twintigtal officieel erkende werkgeversgroeperingen, waarvan een half dozijn in het Brussels Gewest.
Hier zijn 3 voorbeelden van werkgeversgroeperingen actief in België:
- Basic+ ASBL: delen 3 boekhouders, 6 preventiewerkers en 4 werknemers voor ongeveer 200 onderwijsinstellingen en dienstverlende verenigingen voor de gemeenschap in Wallonië en Brussel sinds 2014;
- Groep Geïntegreerde Wijkwerking vzw : opgericht in februari 2016, het is de eerste Nederlandstalige werkgeversgroepering Het verenigt een aantal huizen uit Brusselse wijken;
- Udil.GE ASBL: zorgt voor het herplaatsen van ongeveer 200 werknemers getroffen door de sluiting van hoogovens in het Luikse bekken;
Randstad Transport heeft onlangs een similair systeem van arbeidspool opgezet: de onderneming in Oost-Vlaanderen is er in één jaar tijd in geslaagd om een pool van 112 ervaren vrachtwagenchauffeurs uit te bouwen die per week 85 opdrachten van transportbedrijven tot een goed einde brengen. Dankzij de arbeidspool zijn de betrokken transportbedrijven beter gewapend om tegemoet te komen aan de enorme flexibiliteitspieken die eigen zijn aan de sector én neemt de druk op de vaste vrachtwagenchauffeurs af. En omdat vrachtwagenchauffeurs schaars zijn, boorde Randstad voor de pool met succes ook een nieuwe doelgroep aan. 86 structurele bijverdieners bepalen zelf wanneer en hoeveel ze als vrachtwagenchauffeur willen werken.
Hoe ziet de toekomst van werkgeversgroeperingen eruit?
Het systeem van werkgeversgroeperingen biedt verschillende voordelen voor kleine ondernemingen die de middelen niet hebben een werknemer voltijds aan te werven. Ondanks die voordelen en de versoepelingen die de wetgever onlangs heeft uitgevoerd, blijft het succes zeer beperkt.
Daarvoor zijn 2 redenen: enerzijds de procedure die vrij omslachtig blijft met in het bijzonder de verplichting om een ministeriële vergunning te verkrijgen, en anderzijds het feit dat het systeem weinig bekend is bij ondernemers.
Naast het verder versoepelen van het wettelijk kader moeten de autoriteiten werk van communicatie maken om het aantal werkgeversgroeperingen in België opmerkelijk te zien stijgen.
Misschien inspireert dit artikel een aantal mensen!
Bronnen :