Waarom hebben bepaalde ondernemers het financieel gezien moeilijk terwijl het hun niet aan klanten ontbreekt? Voor veel ondernemingen bevindt het antwoord zich vaak op het vlak van het interne beheer. Te veel werk en geen tijd om alles te analyseren. Hoe kunt u ervoor zorgen dat u problemen voorkomt? Illustratie aan de hand van een concreet voorbeeld.
Situatie
De onderneming die het Centrum voor Ondernemingen in moeilijkheden (COm) een bezoek brengt, is al meer dan 15 jaar actief in de bouwsector. Het is een echt familiebedrijf dat momenteel 1 secretaresse, 4 arbeiders en 3 zelfstandige onderaannemers in dienst heeft. De vennootschap moet regelmatig de prijs naar beneden herzien en op meerdere bouwplaatsen tegelijk werken om een correct rentabiliteitsniveau te bereiken.
De onderneming sleept contracten in de wacht, maar heeft moeilijkheden met haar kaspositie. Het bedrijf heeft achterstallige betalingen bij de RSZ.
De ondernemer wordt opgeroepen om voor de kamer voor handelsonderzoek van de Rechtbank van koophandel te verschijnen. De ongerustheid stijgt. Hij zou liever een ander soort uitnodiging hebben gezien … Hij raakt in paniek …
De wetgever heeft 'knipperlichtsystemen' ingevoerd om de financiële situatie van ondernemingen te evalueren. Achterstallige betalingen bij de RSZ of het btw-kantoor maken deel uit van deze indicatoren.
Zodra een van de knipperlichten gaat branden, kan de onderneming worden opgeroepen om voor de 'kamer voor handelsonderzoek' te verschijnen om de omvang van de schade te meten.
Het is werkelijk de bedoeling van de kamer voor handelsonderzoek om de situatie te analyseren om zo een verslechtering ervan te voorkomen. Het is een gelegenheid om de balans op te maken zonder in paniek te raken. De procedure is strikt vertrouwelijk.
Adviezen van het COm
Om het onderhoud zo constructief mogelijk te laten verlopen, werd de ondernemer uitgenodigd om een reeks documenten voor te bereiden: een tussentijdse balans en winst- en verliesrekening die niet ouder zijn dan 3 maanden (activa, passiva, resultatenrekening); een recente lijst met de te innen en te betalen rekeningen; recente attesten (laatste trimester) van de situatie ten opzichte van de RSZ en het belastingkantoor (btw, bedrijfsvoorheffing, Ven.B., ...); het bewijs van eventueel bij schuldeisers verkregen akkoorden en van de uitvoering ervan; het orderboek, …
De bedrijfsleider werd gedwongen om samen met het Centrum en zijn vaste boekhouder zeer diepgaand voorbereidend werk te verrichten.
De balans kon worden opgemaakt en alle elementen die de levensvatbaarheid van de onderneming in de toekomst konden bewijzen, werden vóór de verschijning verzameld.
Tijdens de zitting kon de vennootschap dankzij het aanzienlijke voorbereidende werk niet alleen aantonen dat zij zich bewust was geworden van de moeilijkheden die ze ondervond, maar ook dat ze in staat was om zich te herstellen.
Resultaat
De kasproblemen van de bvba hebben niet te maken met een gebrek aan klanten, maar zijn het gevolg van een te oppervlakkige interne opvolging.
Daarom werden meerdere reorganisatiemaatregelen genomen, waaronder een nauwkeuriger juridisch kader voor de nieuwe contracten: de voorwaarden zijn beter bepaald en op financieel en logistiek vlak slimmer vastgesteld. Bovendien werd er een analytische beheertool ingevoerd. Het werk op meerdere bouwplaatsen tegelijk vereiste een veel strengere opvolging van de kosten.
De vennootschap heeft de aderlating een halt toe geroepen en genereert nu weer nieuw terugbetalingsvermogen. "Deze verschijning heeft een schokeffect veroorzaakt met betrekking tot de manier waarop we onze organisatie beheerden …", bevestigt de baas.
Opgeroepen worden om voor de kamer voor handelsonderzoek te verschijnen, betekent dus niet dat de onderneming failliet zal worden verklaard. Het gaat in de eerste plaats om een echte gelegenheid om het herstel van de onderneming te organiseren. Om beter op de toekomst voorbereid te zijn.
Artikel opgesteld door het Centrum voor Ondernemingen in moeilijkheden, in samenwerking met de krant L’ECHO