De oorsprong van het project
Ludmilla Petit: "Het idee komt uit Frankrijk. 25 jaar geleden werd André Mulliez gedwongen de breiwolfabriek Phildar in Roubaix te sluiten. Deze schok bracht hem op het idee van een nieuw soort verantwoordelijkheid waarbij industriëlen jonge ondernemers helpen om economische activiteiten te ontwikkelen die werkgelegenheid bieden.
Maar zijn vaststelling was tevens: als ik werkgelegenheid wil creëren, moet ik eerst werkgevers creëren. Met een groepje bevriende ondernemers ontwikkelde hij toen de methode bestaande uit gratis begeleiding - er is geen sprake van consultancy - die eerst in Frankrijk en later in Italië, Zwitserland en Marokko, maar ook in België zou uitgroeien tot een krachtig wapen in de strijd binnen de ondernemerswereld.
In ons land vond het idee als eerste navolging in Luik. Daarna volgden Namen, Brussel en Charleroi. Binnenkort volgt nog Waals-Brabant en straks hopelijk ook Vlaanderen. Hier in Brussel werd het project begin 2010 gelanceerd ter gelegenheid van het salon Ondernemen.
Wat de bedrijfsleiders/begeleiders betreft, hebben we in drie jaar tijd 65 bedrijfsleiders verzameld. Wat de ondernemers betreft, hebben we jaarlijks ongeveer 150 kandidaten die geïnteresseerd zijn in begeleiding ... Gemiddeld zijn er zo'n vijftig projecten die volgens onze criteria in aanmerking komen om begeleid te worden. Degenen die niet in aanmerking komen (bijvoorbeeld: bepaalde ondernemers die op zoek zijn naar financiering, want dat doen we nog niet), proberen we door te verwijzen naar de instellingen die het best geplaatst zijn om hen te helpen, zoals – maar niet uitsluitend – het BAO.
Van de 50 voorgeselecteerde projecten worden er 30 voor ons aanstellingscomité verdedigd en daarvan wordt een vijftiental projecten per jaar daadwerkelijk begeleid. Dit houdt in dat er sinds onze lancering 45 ondernemingen werden of nog worden begeleid. En deze ondernemingen hebben in totaal 160 arbeidsplaatsen gecreëerd. "
De toegangsvoorwaarden?
Ludmilla Petit: "Allereerst dient de onderneming in Brussel te zijn opgericht of er over een bedrijfszetel te beschikken. Verder moet de onderneming een startende onderneming zijn. Het heeft geen zin om 5 jaar na de lancering van de onderneming contact met ons op te nemen, want dat is te laat, en ook niet op het moment dat het idee voor een onderneming net geboren is, want dat is te vroeg. Ruwweg ligt het juiste moment tussen 6 maanden voor de werkelijke oprichting van het bedrijf en een periode van 18 tot 24 maanden na de eerste factureringen.
Het project moet dus in een vergevorderd stadium verkeren, maar het moet bovenal levensvatbaar zijn en serieuze perspectieven bieden voor het creëren van werkgelegenheid. Want laten we niet vergeten dat het genereren van werkgelegenheid een wezenlijk onderdeel uitmaakt van ons netwerk.
De begeleiding die we bieden is dan ook niet gericht op een zelfstandige die alleen wenst te blijven. Evenmin komen ondernemingsprojecten in aanmerking die 's avonds en in het weekend worden ontwikkeld. We staan erop dat de activiteit het hoofdberoep is van de oprichter van de onderneming. En last but not least moet de ondernemer het uiteraard zien zitten om begeleid te worden …"
Hoe gaat het in de praktijk in zijn werk?
Ludmilla Petit: "De ondernemers die begeleid wensen te worden, moeten allereerst een aanvraag indienen via onze website, waar ze eerst een beknopte vragenlijst moeten invullen. Deze eerste fase helpt ons om een idee te krijgen van hun project.
In een later stadium krijgen ze de mogelijkheid om een volledige diagnose te ondergaan. Het gaat daarbij om een nieuwe, meer gedetailleerde fase. Er worden 62 vragen gesteld op basis waarvan we de ontwikkelingsgraad van het project kunnen meten volgens 6 voor ons fundamentele assen: beheer van de onderneming, marketing, verkoop, financiën, logistiek en team.
Afhankelijk van de daadwerkelijke ontwikkelingsgraad van het ondernemingsproject oriënteren we ze in de richting van instellingen die beter bij hun behoeften passen of gaan ze, als ze aan onze criteria voldoen, door naar de volgende procedurerondes. Op dit punt zullen onze bedrijfsleiders hen helpen om zich voor te bereiden op een aanstellingscomité.
Daar wordt uiteindelijk, door de bedrijfsleiders zelf, de beslissing genomen of een project wel of niet wordt begeleid. Ik wil er wel op wijzen dat het niet de bedoeling is om de bedrijven te selecteren die het beste presteren, want die hebben in principe geen begeleiding nodig. Maar we kiezen ondernemingen en ondernemers – de menselijke factor is essentieel! – met een reëel potentieel, daar de doelstelling achter de keuze altijd het creëren van werkgelegenheid is. "
Een woordje uitleg over de begeleiders
Ludmilla Petit: "Om lid te worden van ons netwerk, dat een vzw is, moet je bedrijfsleider zijn, man of vrouw, en ervaring hebben met het leiden van een onderneming. We houden erg van ondernemers die ook oprichters zijn, omdat hun ervaring het best aansluit bij de behoeften van de jonge (of minder jonge) ondernemers.
Maar natuurlijk beschikken getalenteerde managers die ondernemingen of business units hebben geleid ook over ervaringen die interessant zijn om door te geven. Nuttige precisering: onze bedrijfsleiders die begeleiding bieden, zijn lid van onze vzw, ze betalen jaarlijks een bijdrage en ze zetten zich in om de gekozen startende ondernemers gratis te begeleiden. Minimaal 2 uur per maand gedurende 3 jaar.
Uiteraard kan de inzet variëren: sommige bedrijfsleiders begeleiden alleen projecten, anderen zijn daarnaast ook betrokken bij het reilen en zeilen van de vereniging. Het is ook onze bedoeling om het contact tussen de bedrijfsleiders en de beginnende ondernemers te bevorderen, er is dan ook sprake van een individuele en een gezamenlijke begeleiding. Zo hebben we een 'Club van nieuwe ondernemers' in het leven geroepen. Dit is een plaats waar ze elkaar ontmoeten en hun ervaringen delen. Dat gebeurt vaak in de vorm van een cursus of een informatiesessie, die wordt gegeven door een externe spreker of een van onze leden, over zeer uiteenlopende onderwerpen die nuttig zijn voor de jonge ondernemers, zoals IT-tools voor starters, het motiveren van teams, de verkoop enz."
Zijn er sectoren die worden vermeden?
Ludmilla Petit: "Ja. Winkels en horeca doen we niet. Maar voor de rest is het zeer gevarieerd. Het gaat van kleine import- en exportbedrijfjes, business lunch delivery, cateringservices voor evenementen, kartonbedrijven en fabrikanten van glutenvrije koekjes of carpoolplatforms tot hightechbedrijven die systemen ontwikkelen voor golftrainingen. "
Zijn er terugkerende zwakke plekken in de projecten?
Ludmilla Petit: "Eigenlijk niet. Dat heeft waarschijnlijk te maken met de diversiteit van de projecten die we begeleiden. We leggen daarentegen wel graag de nadruk op twee thematieken die ons absoluut fundamenteel lijken, vooral wanneer het gaat om jonge ondernemingen:
- De kasmiddelen. Hoe het daar ook mee gesteld is, onze ervaring is dat het altijd nuttig is om de nadruk te leggen op dit punt. Zelfs degenen die zich bewust zijn van het belang van de financiën, hebben niet noodzakelijkerwijs de juiste instrumenten om de kas optimaal te beheren en wij kunnen hun die instrumenten aanreiken.
- Aandeelhouderspacten. Wanneer meerdere jonge ondernemers samen iets beginnen, hebben ze zelden echt nagedacht over de juridische en financiële vertaling van hun overeenkomsten, bijvoorbeeld over de verdeling van de verantwoordelijkheden. Zelfs als ze elkaar goed kennen en de toekomst van hun onderneming al hebben besproken, is het soms goed om hen eraan te herinneren dat overeenkomsten ook geformaliseerd moeten worden. "
Meer informatie
Netwerk Ondernemen Brussel
Voorzitter: Grégoire de Streel Operationeel directrice: Ludmilla Petit Witte Patersstraat 4 1040 – Brussel Tel: 02-880 78 70 brussel@netwerk-ondernemen.org