Welke rechtsvorm je kiest voor je onderneming heeft belangrijke gevolgen, onder meer op het gebied van aansprakelijkheid, besluitvorming, winstverdeling, fiscaliteit en opvolging.
We zetten de belangrijkste verschillen tussen een zelfstandige als natuurlijke persoon (of eenmanszaak) en een zelfstandige als rechtspersoon (of vennootschap) op een rijtje in dit artikel.
1. HOE BESCHERM JE HET PRIVÉ-VERMOGEN?
Een van de grootste nadelen van een eenmanszaak is de vage grens tussen het privévermogen van de zelfstandige en het vermogen van de zaak. De aansprakelijkheid van de zelfstandige als natuurlijk persoon is immers onbeperkt, d.w.z. dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen het beroeps- en privévermogen van de zelfstandige, en dat hij dus persoonlijk kan worden aangesproken bij financiële problemen van zijn zaak (huurachterstand, betalingsachterstand tegenover de staat, een leverancier of een kredietinstelling, faillissement, enz.).
Daarom kan je als eenmanszaak het beste een huwelijkscontract met scheiding van goederen sluiten, om te voorkomen dat het inkomen en het vermogen van je partner worden gebruikt als onderpand voor je potentiële schuldeisers. Wij raden ook aan om via je notaris een verklaring van onbeslagbaarheid van je hoofdwoning op te stellen. Op die manier kunnen potentiële schuldeisers van je onderneming geen beslag leggen op je hoofdwoning.
Als je als zelfstandige werkt via een vennootschap , zoals een bv of een nv, zijn er twee afzonderlijke vermogens, namelijk dat van de vennootschap en je privévermogen. Deze scheiding van de twee vermogens is een voordeel, vooral wanneer je grote financiële verbintenissen aangaat voor je bedrijf of personeel in dienst neemt.
In een vennootschap is je aansprakelijkheid als bestuurder beperkt tot het kapitaal dat je in de vennootschap hebt geïnvesteerd. Mochten de zaken dan onverhoopt niet goed gaan, dan kan je alleen aansprakelijk worden gesteld voor de bedragen die je in je vennootschap hebt geïnvesteerd. Je privévermogen blijft in principe onaantastbaar.
Maar opgelet: er bestaan uitzonderingen op deze regel! Een bestuurder kan namelijk persoonlijk aansprakelijk worden gesteld als hij bestuursfouten heeft begaan. Afhankelijk van de grootte van de vennootschap voorziet de wet voor deze bestuurdersaansprakelijkheid in een plafond variërend van € 125.000 tot € 12.000.000 (meer info in dit artikel). Er bestaan echter wel verzekeringen die dit bestuurdersrisico dekken bestuurdersrisico (BA bestuurder).
Bovendien is het zo dat als je vennootschap een beroep wil doen op een banklening, de bank veelal zal vragen om persoonlijk garant te staan. Dit betekent dat als je vennootschap haar krediet niet betaalt, de bank je privé kan aanspreken voor de terugbetaling, en beslag kan leggen op je persoonlijke bezittingen (spaargeld, huis, voertuig, enz.)
Zelfstandigen, vrije beroepen en bedrijfsleiders kunnen hun hoofdverblijfplaats, d.w.z. hun woning zonder de meubels die erin staan, beschermen tegen mogelijke inbeslagneming door schuldeisers. Deze kunnen dan geen beslag meer leggen op de woning vanaf de datum van de verklaring van onbeslagbaarheid van de hoofdwoning, die via een notaris moet worden opgesteld. Een belangrijk detail: banken zijn geneigd moeilijker krediet te verlenen wanneer de ondernemer zijn woning onbeslagbaar laat verklaren, wat het beperkte succes van de maatregel verklaart.
2. ALLEEN? OF toch MET EEN PARTNER?
De vrijheid van de ondernemer is een belangrijk voordeel van een eenmanszaak. Een eenmanszaak heeft minder verplichtingen op het gebied van besluitvorming, administratieve formaliteiten en winstverdeling. De ondernemer kan op eigen houtje, snel en informeel beslissingen nemen. Een vereenvoudigde boekhouding volstaat, en aangezien alle winsten van de eenmanszaak onderworpen zijn aan de personenbelasting, komt het inkomen na belasting rechtstreeks toe aan de ondernemer zelf. Deze kan dan beslissen of hij opnieuw in zijn zaak investeert, en zo ja, hoeveel.
Eenmanszaken kunnen zich ook verenigen in een feitelijke vereniging om een gemeenschappelijke activiteit of doelstelling na te streven. Dit soort vereniging ontstaat door een eenvoudige overeenkomst tussen de zelfstandigen en heeft geen rechtspersoonlijkheid. Ze komt vrij zelden voor en geldt vaak als overgangsoptie, vóór de oprichting van een vennootschap.
Door als vennootschap te opereren, kan je partners aantrekken die niet alleen kapitaal inbrengen, maar die ook actief bij de activiteit betrokken zijn. Sinds 1 mei 2019 is het mogelijk een bv of nv op te richten met één aandeelhouder. Voor de cv (coöperatieve vennootschap) blijft het minimum van drie oprichters gelden.
3. WAT ZIJN DE FINANCIËLE BEHOEFTEN VAN EEN VENNOOTSCHAP?
Een vennootschap heeft financiële middelen nodig. Het bedrag daarvan moet worden vastgesteld op basis van het financieel plan dat voor de onderneming wordt opgesteld.
Meestal zijn de financiële middelen van één enkele persoon beperkt. Een vennootschap heeft de juridische mogelijkheid om partners aan te trekken die kapitaal in de vennootschap willen investeren. De geldschieters zullen dan delen in de toekomstige winst.
4. WELK BELASTINGSTELSEL MOET IK KIEZEN?
Alle inkomsten uit een eenmanszaak worden beschouwd als beroepsinkomsten en zijn derhalve onderworpen aan inkomstenbelasting. Deze belasting wordt berekend op basis van het stelsel van het progressieve belastingtarief, wat betekent dat
- een deel van de inkomsten niet wordt belast (€ 8.990 voor inkomsten die in 2020 werden ontvangen) en
- de hoogste inkomenscategorieën zwaarder worden belast.
Een vennootschap is daarentegen onderworpen aan de vennootschapsbelasting. Het tarief van de vennootschapsbelasting bedraagt 25% vanaf de eerste euro winst. Op de eerste 100.000 euro winst kan echter een verlaagd tarief van 20% worden toegepast (onder bepaalde voorwaarden). Als de winst van de onderneming aanzienlijk is, is het fiscaal voordelig om vennootschapsbelasting te betalen.
Het door de vennootschap aan de bedrijfsleider betaalde loon is onderworpen aan de inkomstenbelasting. Doordat het om een vennootschap gaat, kunnen de door de vennootschap gegenereerde inkomsten echter geheel of gedeeltelijk omgezet worden in verschillende inkomstencategorieën ten aanzien van de bedrijfsleider, waardoor hij minder zwaar belast wordt (een deel van de inkomsten wordt bijvoorbeeld uitbetaald in de vorm van loon en belast in de personenbelasting en een deel van de inkomsten wordt uitgekeerd in de vorm van een dividend en belast met een roerende voorheffing van 15% of 30%). Inkomsten die niet uitdrukkelijk aan de bedrijfsleider worden betaald, blijven in de onderneming en kunnen door de bedrijfsleider niet voor persoonlijke doeleinden worden gebruikt.
5. WAT GEBEURT ER MET DE ONDERNEMING NA JE OVERLIJDEN?
In veel gevallen leidt het overlijden van de ondernemer tot de verdwijning van zijn bedrijf. Het Belgische erfrecht biedt namelijk geen klimaat dat bevorderlijk is voor de continuïteit van een onderneming. In geval van overlijden wordt het bedrijf de onverdeelde eigendom van de erfgenamen. Onze wetgeving bepaalt echter dat elke erfgenaam altijd zijn deel van de erfenis kan opeisen, en dus de verdeling kan eisen.
Een eenmanszaak wordt ook heel kwetsbaar bij het overlijden van de ondernemer.
Het onderbrengen van een onderneming in een vennootschapsvorm kan het bovenstaande probleem gedeeltelijk oplossen. De door het overlijden veroorzaakte verdeling heeft dus geen betrekking meer op de onderneming zelf, maar wel op de aandelen die de overledene als tegenprestatie voor zijn inbreng had ontvangen. Bovendien kunnen in de statuten bepalingen worden opgenomen die de overdracht van onverdeelde aandelen regelen.
MEER INFORMATIE?
Vragen? De dienst 1819 is elke werkdag telefonisch bereikbaar van 9 tot 13 uur. Je kan ons ook per e-mail bereiken, via het adres info@1819.brussels