De nieuwe 100% recyclebare textielvezel, ontwikkeld door de start-up uit Brussel, heeft alles in zich om een ware (ecologische) revolutie te ontketenen in de textielindustrie.
Soms is er niet meer nodig dan een simpel label om een stof uit klassieke - natuurlijke of synthetische - vezels te onderscheiden van een milieuvriendelijkere stof die deels gemaakt is met 100% recycleerbare vezels. Op het label staat de innovatieve textielvezel van de Brusselse start-up NOOSA, ontwikkeld op basis van maïs- of tarwezetmeel die beide tot in het oneindige gerecycled kunnen worden. "Nadenken over het einde van de levensduur van een product nog voordat het op de markt wordt gebracht en een antwoord bieden op de vraag wat er nadien mee zal gebeuren, dat is echt een goed idee!", aldus Luna Aslan, medeoprichter en commercieel brein achter NOOSA.
De technische kant van de zaak
Aslan vertelt ons wat meer over de aard en de eigenschappen van deze innovatieve vezel: "Door de gisting van suikers ontstaat melkzuur, een stof die van nature in ons lichaam wordt aangemaakt en wordt gebruikt als een natuurlijk conserveringsmiddel voor voedsel. Door dat melkzuur chemisch te modificeren krijg je polymelkzuur (PLA). Polymelkzuur ziet eruit als kleine bolletjes die lijken op plastic knikkers en wordt gebruikt als alternatief voor materialen op basis van aardolie in onder andere voedselverpakkingen en 3D-printing. Net zoals de petrochemische industrie gebruikmaakt van aardolie om kunststoffen te maken en plastic verwerkt tot polyester, heeft PLA de vereiste eigenschappen om in de textielindustrie ingezet te worden."
Eenvoudig is dat echter niet en er is veel onderzoek en ontwikkeling nodig. "De nieuwe vezel moet andere eigenschappen hebben", aldus Luna Aslan, "en zich aanpassen aan de processen die de industrie al heeft ingevoerd voor katoen of polyester. We zijn erin geslaagd om een materiaal te ontwikkelen dat aan die processen kan worden aangepast. Met onze nieuwe vezel bieden we een innovatieve grondstof die 100% recycleerbaar is, terwijl bij gerecycleerd katoen of polyester maximaal 30% teruggewonnen wordt!" En het is net die recycling waarmee NOOSA het verschil maakt. "We zijn het enige bedrijf ter wereld dat 100% van een textielstof kan recycleren tot een vezel met de kwaliteit van een nieuwe vezel. We kunnen onze textieldraad scheiden van alle soorten verontreinigingen, additieven, kleurstoffen en mengsels met andere materialen, zodat het onmogelijk is om een nieuwe vezel te onderscheiden van een gerecycleerde vezel."
De vraag die op ieders lippen brandt: wat heeft een jonge afgestudeerde onderneemster ertoe bewogen om aan zo'n complex avontuur te beginnen, slechts enkele maanden nadat ze de deur van de universiteit achter zich dicht had getrokken?
De charme van het ondernemerschap
Er was sowieso al een passie voor het ondernemerschap: "Al van kindsbeen af vond ik het geweldig om allerlei dingen te ondernemen. Maar ondernemen op zich was nooit het doel", zegt Aslan al lachend. Ik heb nooit tegen mezelf gezegd dat ik later enkel en alleen maar onderneemster wou worden. Toch heb ik altijd gedacht dat het op een dag zou gebeuren, als ik een goed idee had. Ik zag mezelf eerst werken in grote bedrijven die voor mij een uitstekende leerschool na mijn studies zouden zijn. Toen ik uiteindelijk de sprong waagde, had ik de deur van de universiteit amper achter me dicht getrokken en nog maar zes maanden voor een bedrijf gewerkt."
Een hart voor de planeet
Het ecologische bewustzijn van haar generatie heeft ongetwijfeld ook een cruciale rol gespeeld: "In ieder geval wil ik graag geloven dat mijn hele generatie zich zorgen maakt over het milieu", aldus Aslan. In mijn omgeving zie ik dat iedereen wil werken aan zinvolle projecten die er op zijn minst voor zorgen dat de situatie niet nog slechter wordt. Innovatie heeft mij altijd al kunnen boeien. Dat besefte ik eens te meer tijdens de praktische opdrachten aan de universiteit en wanneer ik inspirerende mensen ontmoette en inspirerende bedrijfsmodellen ontdekte. Zo realiseerde ik me dat het mogelijk is om geld te verdienen en levensvatbare bedrijven op te zetten, zonder de planeet te beschadigen."
Geen risico's uit de weg
Aslan is ook niet bang om risico's te nemen: "Als je ervoor kiest om op deze manier ergens voor te gaan, weet je dat het een beetje "living on the edge" is. Vanaf het begin wist ik dat het een traject van tien jaar zou worden. En in een industrie zo oud als de textielindustrie stelt tien jaar helemaal niets voor. Het is een marathon. Je moet blijven volhouden, ook al zijn er momenten waarop de twijfels toeslaan. Maar zolang je trouw blijft aan je overtuigingen, komt alles goed!" Toch wijst ze ook op enige voorzichtigheid: "Ik bekijk het ondernemerschap zeker niet door een roze bril. Het nogal sexy imago dat start-ups en ondernemerschap tegenwoordig hebben, is waarschijnlijk een beetje overschat of geldt in ieder geval niet voor iedereen. Ik denk dat sommige mensen beter geschikt zijn om in een bedrijf te werken."
Tekst gaat verder onder beeld
Een liefde voor textiel
Dat deze jonge onderneemster haar professionele carrière in de textielindustrie kan lanceren is voor haar een echte opportuniteit: "Deze sector heeft me altijd al kunnen boeien, maar ik had niet de nodige technische vaardigheden. Tot de juiste kans zich voordeed. Iedereen consumeert textiel". Toch is ze ook niet blind voor de werkpunten van de sector. Ze is zich terdege bewust van de vervuiling die ze veroorzaakt, haar verspreiding naar de vier uithoeken van de planeet en het feit dat ze in België zo goed als verdwenen is, iets wat volgens haar grotendeels te wijten is aan de delokalisatie, wat geleid heeft tot een verlies van vaardigheden en een verouderende sector.
Maar er is meer nodig om Aslan te ontmoedigen: "Vandaag zijn we vastbesloten om deze industrie terug te brengen naar Europa, maar alleen is het onbegonnen werk. Daarom hebben we regelmatig contact met de Europese instellingen. De noodzakelijke maar trage mentaliteitsverandering zal onvermijdelijk in nationale en Europese regelgeving gegoten moeten worden. We moeten wakker worden, want we missen de boot!" Alle hoop is echter nog niet verloren: "Steeds meer mensen beginnen interesse te tonen in de textielindustrie en zelfs investeerders blijven niet weg. We pakken het op dezelfde manier aan zoals de voedingsindustrie het de afgelopen tien jaar heeft aangepakt. Mensen willen nu alles weten over hun kleding, gordijnen enzovoort, net zoals ze op een bepaald moment biologisch wilden gaan eten en wilden weten waar hun voedsel vandaan kwam."
Een helpende hand uit Brussel
Luna Aslan kreeg het idee voor NOOSA aan het begin van 2019. Het bedrijf werd opgericht aan het einde van datzelfde jaar, na vele maanden van prospectie, studies en reizen naar voornamelijk China, het productieland van PLA. Ook de zoektocht naar geld, subsidies en mensen die geïnteresseerd zijn om te investeren in deze innovatieve sector maakten deel uit van het proces.
In 2020 haalde de jonge bedrijfsleidster haar eerste fondsen op en won ze de Innoviris Starter Award, een prijs die NOOSA vanaf 2021 een subsidie opleverde. Verder heeft ze ook gebruik kunnen maken van een reeks andere steunmaatregelen en subsidies van Innoviris (Instituut ter bevordering van het wetenschappelijk onderzoek en innovatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Ze blijft overigens zeer nauw verbonden met het instituut omdat "O&O onze core business blijft en we niet stil kunnen blijven staan om onze technologische voorsprong te behouden". Sindsdien heeft Luna Aslan zich laten omringen door meer technische profielen om de technologie te ontwikkelen, specialisten in de textielindustrie om de producten te perfectioneren en een marketingteam om de communicatie te verzorgen. "Want", zegt ze, "in het begin hebben we twee jaar lang enkel en alleen maar aan O&O gedaan. Maar zodra het product op punt staat, moet het uiteraard ook op de markt worden gebracht! Het is voor ons haast een voltijdse taak om informatie te verstrekken aan mensen en instellingen die mogelijk willen investeren, en aan de fabrieken en de merken, die op hun beurt de kennis moeten doorgeven aan het grote publiek dat op zoek is naar informatie." Dat alles betekent veel reizen, en verre reizen waarvoor de premies voor een prospectiereis van hub.brussels meer dan welkom zijn. "Onze markt ligt niet in België", zegt Luna Aslan. Ik geef veel lezingen op heel wat verschillende locaties om de mensen in te lichten. We bezoeken productielocaties om personeel op te leiden. We nemen deel aan textielbeurzen, zoals onlangs de grootste textielbeurs ter wereld die elke vier jaar in Milaan wordt gehouden. Om al die redenen hebben we het geluk dat Brussel onze uitvalsbasis is!"
Een rode draad voor de toekomst
Luna Aslan zit boordevol plannen voor de toekomst van NOOSA. Haar bedrijf is voortdurend bezig met onderzoek en heeft vandaag maar liefst vijf patenten rond innovatie die door het O&O-team ontwikkeld zijn. Ze wijst ons op het volgende: "Je moet vooruit blijven gaan, anders is je bedrijf ten dode opgeschreven. In de toekomst willen we ons product voor zoveel mogelijk mensen beschikbaar maken, ons Europese productienetwerk opzetten en waarom niet over twee jaar een productie in België ontwikkelen, omdat we van België komen en hier ook steun gekregen hebben. We willen de industrie nieuw leven inblazen, maar we zijn slechts één schakel in de keten."
Meer weten over Noosa op https://www.noosafiber.com/
Interview : Catherine Aerts