Nieuwe ondernemingen brengen innovatie en verandering teweeg en spelen bijgevolg een grote rol voor de concurrentiekracht van een economie. Omdat de Europese Commissie weet hoe belangrijk de ontwikkeling van nieuwe producten, diensten of activiteiten is, heeft ze zich tot doel gesteld om de ondernemingsgeest tegen 2020 nieuw leven in te blazen. Is België zich bewust van de omvang van de taak die het land wacht? Is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest klaar om deze uitdaging aan te gaan?
België in een weinig rooskleurige positie ...
Van alle landen in de Europese Unie worden er in België het minste nieuwe ondernemingen in de handelssector opgericht. Volgens statistieken van Eurostat bedroeg het aantal nieuwe ondernemingen in de handelssector[1] op het totale aantal actieve ondernemingen in deze sector voor België 3,6% in 2013 en 5,0% in 2012, terwijl het Europese gemiddelde in 2012 op 9,0% lag. Roemenië en Litouwen staan met respectievelijk 22,2% en 23,1% aan kop van het klassement. Wat de buurlanden van België betreft, zit Duitsland bij de lagere middenmoot (7,4%), terwijl Frankrijk, Luxemburg en Nederland tot de hogere middenmoot behoren met percentages rond de 10%. Het Verenigd Koninkrijk bevindt zich in de top 5 met een percentage van 14,7%.
Bij vergelijking van het aantal nieuwe ondernemingen in de handels- en niet-handelssectoren behoudt België zijn laatste plaats: terwijl het aantal nieuwe ondernemingen in 2013 in België 3,5% van alle actieve ondernemingen uitmaakt, is dit in Duitsland 7,3%, in Frankrijk 9,5%, in Nederland 10,5% en in het Verenigd Koninkrijk 14,2%.
De overgrote meerderheid van de Belgen is niet alleen van mening niet over de nodige vaardigheden en kennis te beschikken om zich in het ondernemersavontuur te storten (70% tegenover 58% in de EU), maar staat ook meer weigerachtig tegenover een loopbaan als ondernemer dan andere Europese nationaliteiten. 52% van de Belgen beschouwt het ondernemerschap als een goede loopbaankeuze (tegenover 59% in Frankrijk, 60% in het Verenigd Koninkrijk, 79% in Nederland) en van alle personen die al mooie kansen hebben gekregen om een bedrijf op te richten, vreest meer dan helft in België dat deze kansen op een mislukking zullen uitdraaien (49% tegenover 41% in Frankrijk, 35% in Nederland en 37% in het Verenigd Koninkrijk).
Daartegenover staat wel dat België kan prat gaan op de laagste stopzettingsgraad van ondernemingen in de hele EU: 2,4% in 2012 en 2,0% in 2013 tegenover een gemiddelde stopzettingsgraad in de EU van 8,6% in 2012. De verhouding tussen het aantal stopzettingen en nieuwe ondernemingen in België is bovendien relatief laag: op 100 nieuwe ondernemingen waren er 57 stopzettingen in 2013, wat vergelijkbaar is met de situatie in Frankrijk (56/100), maar lager dan de percentages in het Verenigd Koninkrijk (69/100), Nederland (83/100) of Duitsland (108/100). Voorts was in 2013 van alle ondernemingen die drie jaar eerder in België waren opgericht nog 73% actief, tegenover 52% in Duitsland, 55% in Frankrijk, 86% in Nederland en[2] 57% in het Verenigd Koninkrijk.
Uit een analyse van de ondernemersprofielen blijkt dat er in de EU minder vrouwen dan mannen ondernemen. Zo zijn er gemiddeld twee keer minder vrouwen dan mannen die aan het hoofd van een jonge onderneming staan of die een onderneming aan het opstarten zijn. Maar hoe sterker de ondernemingsgraad bij mannen toeneemt, hoe sterker ze ook bij vrouwen toeneemt. Hieruit kunnen we opmaken dat er een relatief sterk verband is tussen beide percentages. Een beleid dat het ondernemerschap in België aanmoedigt en ondersteunt, zou bijgevolg alle groepen van ondernemers, zowel vrouwen als mannen, op het hele Belgische grondgebied ten goede moeten komen.
Een vruchtbare bodem voor start-ups in Brussel
Hoewel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verhoudingsgewijs meer nieuwe ondernemingen voortbrengt dan de andere Belgische gewesten – volgens de Algemene Directie Statistiek waren er in 2014 in Brussel 43% meer nieuwe ondernemingen dan in het Vlaams Gewest en 34% meer dan in het Waals Gewest –, blijft Brussel qua aantal nieuwe ondernemingen achterlopen op de andere landen van de EU. Afhankelijk van het bestudeerde jaar kunnen we het aantal nieuwe ondernemingen in Brussel op 5 tot 7% schatten, op basis van een methodologie die door Eurostat en de OESO ontwikkeld is[3]. Beter presteren dan het Vlaams of Waals Gewest volstaat bijgevolg niet om op het vlak van de ontwikkeling van nieuwe activiteiten het Europese gemiddelde te evenaren.
De barometer 2015 voor vrouwelijk ondernemerschap in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onderstreept bovendien de zwakke vertegenwoordiging van vrouwen onder zelfstandigen en bestuursleden: in Brussel is 28% van de zelfstandigen een vrouw en zij vertegenwoordigen amper 23% van de bestuursleden van de Brusselse ondernemingen. Slechts 9% van de actieve Brusselse vrouwen oefent haar beroep uit onder het statuut van zelfstandige.
Brussel onderscheidt zich nochtans door een overvloed aan start-ups op zijn grondgebied: 34% van alle Belgische start-ups die tussen 2010 en 2014 opgericht zijn, is Brussels (51% Vlaams en 15% Waals), terwijl Brussel amper 11% van alle Belgische ondernemingen telt.
Stimulering van de ondernemingsgeest in Brussel
In haar "Strategie 2025 voor Brussel" verbindt de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich ertoe de Brusselse economie nieuw leven in te blazen aan de hand van niet minder dan 18 doelstellingen. Het Gewest geeft hierin in het bijzonder uiting aan zijn wil om het ondernemerschap, de toegang tot financiering en de begeleiding op maat van de kandidaat-ondernemers te ondersteunen, om een meer stimulerende omgeving voor de ontwikkeling van kmo's te creëren en om de instellingen die diensten en steun aan ondernemingen verlenen, beter te stroomlijnen. Het Gewest waagt zich hiermee aan een enorme uitdaging. Daarom zal het nieuwe Brusselse Planningsbureau een instrument ontwikkelen waarmee de verwezenlijkingen van deze strategie en de effecten van het beleid kunnen worden opgevolgd en geëvalueerd. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
Bronnen:
- Eurostat
- Global Entrepreneurship Monitor
- http://sirris.datascouts.eu/sirris/analytics
- Strategie 2025 voor Brussel "Een nieuwe economische dynamiek voor het Gewest"
[1] Industrie (secties B tot E), Bouw (sectie F), Diensten (secties G tot N met uitzondering van holdingmaatschappijen –K 64.2), overeenkomstig NACE Rev. 2.
[2] 67% in 2012, onderbreking van de reeks in 2013
[3] Oprichtingsgraad BHG/België - berekend op basis van gegevens van de ADS - toegepast op de oprichtingsgraad van Eurostat voor België