Juridisch gezien is er, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan, geen strijdigheid om de dubbele functie van 'bestuurder en werknemer' te bekleden binnen een vereniging. Maar op deontologisch (ethisch) vlak of volgens de beginselen van goed bestuur, doet het wel discussie opwaaien…
Een vzw wordt in de eerste plaats gekenmerkt door het feit dat ze geen winstbejag beoogt. Daarom kan ze haar leden niet verrijken. Het mandaat van bestuurder van een vzw kan kosteloos worden uitgeoefend of, omgekeerd, worden bezoldigd. Als de bezoldiging overdreven lijkt, kan ze een belangrijke aanwijzing vormen om te zeggen dat de vereniging winstbejag nastreeft. Als de bestuurder een bezoldiging of een zitpenning ontvangt, is hij verplicht om deze aan te geven als inkomen als zelfstandige!
Welke voorwaarden naleven?
Om de bestuurder te bezoldigen als werknemer, moet hij voldoen aan twee voorwaarden:
- taken uitvoeren die verschillen van de taken die hij uitvoert in het kader van zijn mandaat;
- deze taken uitvoeren in een relatie van ondergeschiktheid ten opzichte van de vereniging. Deze regel wordt vaak geschonden.
Ook moet de bezoldiging overeenstemmen met een daadwerkelijke tewerkstelling.
Het onderschikte verband: een onmisbaar element
Om een daadwerkelijke tewerkstelling te rechtvaardigen, moet de bestuurder aantonen dat hij in zijn hoedanigheid van werknemer onder het gezag en de controle van een werkgever staat (bijvoorbeeld via het bestaan van richtlijnen of opdracht(en) afkomstig van de raad van bestuur, de rechtvaardiging door de werknemer van zijn afwezigheids- of aanwezigheidsuren op de werkplek, enz.).
Dit houdt in dat de werkgever ten aanzien van deze werknemer de gezagsfunctie van de arbeidsovereenkomst heeft uitgeoefend : die vereist namelijk een leidinggevende en toezichthoudende macht, zelfs als deze macht niet effectief wordt uitgeoefend. Voor de bestuurder maakt het feit dat hij rekenschap moet afleggen voor zijn daden en zijn beheer aan de raad van bestuur (RvB) en de algemene vergadering (AV) deel uit van de normale werking van een rechtspersoon. Het vormt geen afdoend element in het bestaan van ondergeschikte band.
De benoeming van werknemers in loondienst als bestuurders doet echter verwarring over de rollen ontstaan. Een werknemer kan immers niet zijn eigen werkgever zijn; hij kan dus ook niet op zichzelf de autoriteit uitoefenen die juist kenmerkend is voor de arbeidsovereenkomst. Stelt u zich eens een voorzitter voor die werkgever in loondienst is: dan bevindt hij zich in een situatie waarin hij zichzelf bevelen geeft en er tevens controle op uitoefent. De (andere) leden van de RvB oefenen hun rol niet (meer) uit, en in het bijzonder die van toezichthouder; eigenlijk laten ze hem het algemene beleid van de vereniging in hun plaats bepalen.
De subsidiërende overheden
Bovendien kunnen de subsidiërende overheden regels opleggen die de toegang tot het mandaat van bestuurder beperken:
- een werknemer van de vzw mag geen bestuurder zijn;
- het aantal werknemers die bestuurders zijn, is beperkt tot een klein aantal personen of tot een aandeel (percentage) bepaald in de statuten;
- van de gebruikers of de ouders van personen die deel uitmaken van de vereniging, mogen er evenveel bestuurder zijn.
Goede bestuurspraktijken
In het belang van goed bestuur moet de vzw dus bepalingen goedkeuren die ervoor zorgen dat de macht en autoriteit niet in handen van één of enkele personen terechtkomen. Dit vereist dat de grenzen tussen de verantwoordelijkheden die de verschillende organen uitoefenen worden vastgelegd en dat er controlemiddelen voorhanden zijn om te waarborgen dat de ondernomen acties bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen die de vereniging nastreeft.
Zo wil een deontologisch beginsel dat een bestuurder van een vzw (al dan niet werknemer) niet tussenkomt als hij een direct of indirect persoonlijk belang heeft in een operatie of een beslissing die is onderworpen aan de goedkeuring van de RvB. Het kan gaan om een materieel, maar ook om een moreel of emotioneel belang.
Een bestuurder zou bijvoorbeeld niet mogen deelnemen aan een beslissing van de RvB die uitspraak doet over zijn eigen aanwerving (of die van een familielid) als bezoldigde werknemer of over zijn ontslag. De rechtvaardiging van deze regel is het feit dat, als de bestuurder het recht heeft om te stemmen in de raad van bestuur, dit recht hem wordt verleend om te worden uitgeoefend in het exclusieve belang van de vereniging.
Het hierboven genoemde begrip van dubbel belang is ruimer dan dat van belangenconflict. Het slaat op elke situatie waarin een bestuurder een persoonlijk belang heeft dat verschilt van dat van de vereniging en (of) van al haar leden. De RvB zal beoordelen of het belang voldoende groot is om te rechtvaardigen dat de bestuurder zich dient te onthouden van de stemming.
Bovendien bevat de wet van 27 juni 1921 die werd gewijzigd en aangepast door de wet van 2 mei 2002 geen enkele bepaling die deze situatie reglementeert. In dit geval kan het hierboven vermelde deontologische beginsel dan ook niet worden verheven tot regel, tenzij de statuten er anders over besluiten.
Werknemer en lid van de AV?
Vanuit juridisch oogpunt is er geen wettelijke bepaling die werknemers verbiedt om lid te zijn van de AV in de vzw waarin ze werken. De vraag is eerder of dit wel een goede zaak is.
Volgens Michel Davagle, advocaat gespecialiseerd in verenigingsrecht en auteur van het Memento van de vzw's, "is het normaal dat de werknemers het recht op informatie en inzage hebben op de werking van de vzw waarin zij tewerkgesteld zijn. Maar aangezien ze betrokken zijn in deze werking, beschikken ze niet over de afstand of objectiviteit die leden van buitenaf wel kunnen hebben. Daarom is het volgens hem in ieder geval uitgesloten dat werknemers op de AV kunnen beschikken over een meerderheid die hen in staat zou stellen om beslissingen van de RvB op de helling te zetten die volgens hen hun gevestigde belangen niet zouden respecteren". *
Er kunnen verschillende mogelijkheden overwogen worden, met name:
- ofwel worden de werknemers toegelaten als toegetreden leden die de algemene vergadering mogen bijwonen met raadgevende stem;
- ofwel worden de werknemers toegelaten als volwaardige leden, maar de statuten bepalen dat hun aantal beperkt is;
- ofwel wijzen de werknemers afgevaardigden aan die hen vertegenwoordigen op de algemene vergadering.
Meer weten?
Procura vzw (NL) biedt ondersteuning aan verenigingen en rechtspersonen actief in de sociale economie en de non-profitsector. Het ondersteunt hun ontwikkeling door het organiseren van trainingen en het geven van gericht en professioneel advies aan bestuurders, management, medewerkers en vrijwilligers.
ideji ASBL (FR) organiseert op donderdag 1 maart 2018 een opleiding met als onderwerp: "Lid of bestuurder zijn van uw vzw: welke verantwoordelijkheid brengt dat met zich mee? ". Bekijk ook het overzicht van andere opleidingen op hun site www.ideji.be
La Boutique de Gestion (FR) organiseert op maandag 30 april, donderdag 17 mei, dinsdag 5 en 19 juni 2018 een opleiding met als onderwerp "Bestuurder zijn: uitdagingen, rollen en verantwoordelijkheid, bestuur, ... »
En niet vergeten: van 23 tot 27 april organiseert 1819 de themaweek over vzw's. Op het programma: infosessies over thema’s die u rechtstreeks aanbelangen: het opstarten van een vzw, de hervorming van het verenigingsrecht, wat met vrijwilligerswerk, welke subsidies …
Bron: La création et le fonctionnement d’une ASBL, Michel Davagle, Marie-Magdeleine de Meeus Sébastien Deroubaix Jean-François Istasse, Edit. Infor@ssociations, 2013.